vrijdag 31 januari 2014
Klëppelkrich
In de herfst van 1798 kwamen boeren uit het noorden van Luxemburg en de Eifel in opstand tegen de Franse troepen die in 1795 Luxemburg hadden bezet en tot "Département des forêts" (Departement der bossen) hadden verklaard. Deze opstand werd bekend als de "Klëppelkrich" (Knuppeloorlog), vanwege de wapens die de boeren gebruikten: bijlen, hooivorken, knuppels en dergelijke. De opstand begon in Echternach toen jonge mannen werden verplicht dienst te doen in het Franse leger.
Met hun primitieve wapens probeerden de boeren de vesting Luxemburg aan te vallen om het land te bevrijden van de Franse overheersing. Ze werden al snel verslagen door twee Franse divisies, waarbij 38 doden vielen.
Honderden rebellen werden gevangen genomen en 33 van hen werden ter dood veroordeeld. Zij werden tussen december 1798 en mei 1799 op Glacis in de hoofdstad geëxecuteerd. Onder hen was ook de 25-jarige Michel Pintz, bijgenaamd de "Schäfer von Asselborn", een van de aanvoerders van de opstandelingen.
Bij de abdij van Clervaux staat dit monument dat aan de opstand herinnert.
Klëppelkrich
In the autumn of 1798 farmers from the north of Luxembourg and the Eifel region revolted against the French troops that had occupied Luxembourg in 1795 and had declared the country the "Département des Forêts" (Forest Department). Their revolt is known as the "Klëppelkrich" (War of the sticks), after the weapons the farmers used: axes, pitchforks, bats and such. The revolt started in Echternach, when young men were forced to serve in the French army.
With their primitive weapons, the farmers tried to attack the fortification of Luxembourg in order to free the country from the French occupation. They were beaten by two French divisions, with 38 casualties as a result.
Hundreds of rebels were taken prisoner and 33 of them were sentenced to death. Between December 1798 and May 1799 they were executed at Glacis in Luxembourg-city. Among them was 25-year old Michel Pintz, known as the "Schäfer von Asselborn", one of the leaders of the rebels.
Near Clervaux abbey this memorial of the revolt is placed.
donderdag 30 januari 2014
Dräi Eechelen
Hoewel het gebouw officieel Fort Thüngen heet, noemen de Luxemburgers het simpelweg "Dräi Eechelen" - drie eikels. De reden ligt voor de hand: op de daken van de drie torens prijken goudkleurige eikels als versiering.
Het oorspronkelijke fort werd in 1688 door Vauban gebouwd als uitkijktoren. In 1723-1733 werd het volledig aangepast door de Oostenrijkers en zo'n honderd jaar later door de Pruisen versterkt. Toen in de tweede helft van de 19e eeuw de vestingwerken van Luxemburg-stad werden ontmanteld, raakte het fort in verval. Maar vanwege de historische waarde en het belang van Vauban voor de stad, is het inmiddels volledig gerestaureerd en doet het dienst als militair en historisch museum, omgeven door een schitterend wandelpark.
Dräi Eechelen
Although this building is formally called Fort Thüngen, the Luxembourgers simply call it "Drai Eechelen" - three acorns. The reason is obvious: the roofs of the three towers are decorated with gold coloured acorns.
The original fort was built in 1688 by Vauban to serve as a watchtower. In 1732-1733 it was completely rebuilded by the Austrians and about a hundred years later it was fortified by the Prusians. When the fortresses of Luxembourg-city were dismantled in the second half ot the 19th century, the building rapidly deteriorated. But because of it's historical relevance and the appreciation of Vauban's work, it is now completely reconstructed. It houses the national historical and military museum and is surrounded by a splendid park.
woensdag 29 januari 2014
Peter von Osburg
Van het leven van Peter von Osburg is niet veel bekend. Hij was een edelman uit de 15e eeuw, die rond 1420 al zijn geld en goederen aan de stad Grevenmacher schonk. In dit huis stichtte hij het eerste Luxemburgse ziekenhuis voor behoefte pelgrims en burgers In de kapel die ook deel uitmaakte van het hospitaal werd hij later begraven, maar zijn grafsteen is in de loop der eeuwen zoekgeraakt.
In latere jaren waren onder meer een zusterhuis en een school in het gebouw gevestigd. Tegenwoordig is het een cultuurhuis, waarin ook de stadsbibliotheek en een muziekschool zijn ondergebracht.
Aan de voorkant van de statige buitentrap is het stadswapen van Grevenmacher aangebracht.
Peter von Osburg
Littlie is known about the life of Peter von Osburg. He was a nobleman from the 15th century, who donated all his possessions to the town of Grevenmacher around 1420. In this house he founded the first Luxembourg almshouse for needy pilgrims, citizens and sick. He was buried in the chapel that was part of the hospital, but his gravestone got lost over the ages.
In later years a nuns' house and a school were established in the building. Nowadays it is a house of culture, including the local library and a music school.
The municipal coat of arms can be seen on the front of the impressive staircase.
dinsdag 28 januari 2014
Gezond bombardement
Het toerisme is een belangrijke bron van inkomsten voor Luxemburg. Er zijn dan ook talrijke campings, verspreid door het hele land. Met name de Ardennen en de oevers van de grote rivieren - Sûre, Alzette en Moezel - zijn geliefde plekken om een paar weken dicht bij de natuur door te brengen. En vooral Nederlanders zijn enthousiaste kampeerders.
Maar zo'n vakantie kan tot onverwachte verrassingen leiden. De gasten van camping "Schützwiese" in Wasserbillig werden in augustus 2010 ruw opgeschrikt uit hun slaap door onbekende objecten die op hun tenten en caravans ploften. Om één uur 's nachts vonden opgeschoten jongeren het een grappig idee om een groot aantal aubergines over het bijna drie meter hoge hek van de camping te gooien.
Hoeveel de daders gedronken hadden, vermeld het politierapport niet. Maar nog veel groter is de vraag waarom ze kozen voor aubergines - en waar ze die op dat tijdstip vandaan gehaald hadden...
Heatlhy bombardement
Tourism is an important source of income for Luxembourg. There are many campings all over the country. Especcially the Ardennes and the banks of the great rivers - Sauer, Alzette and Moselle - are popular places to spend a couple of weeks surrounded by nature.
But a camping holiday can bring unexpected surprises. In August 2010, the guests of camping "Schützwiese" in Wasserbillig were rudely awakend when unidentified object plopped down on the roofs of their tents and caravans. At 01.00 a.m. a bunch of youths had the hilarious idea to throw eggfruit over the almost ten feet high fence around the camping.
The alcohol levels of the youngsters wasn't revealed in the police report. But the biggest mystery is why they chose eggfruit as their weapons - or where they had found them in the middle of the night...
maandag 27 januari 2014
Siggy vu Lëtzebuerg
Eigenlijk heet Siggy - de 'y' is kennelijk in de loop der jaren van de sokkel verdwenen - vu Lützebuerg Lucien Koenig. Hij werd op 10 augustus 1888 in Luxemburg-stad geboren, groeide op bij zijn grootmoeder en werd na haar dood opgenomen in het gezin Wercollier-Koenig, waar hij liefkozend 'Siggy' werd genoemd. Zo werd de basis gelegd voor zijn latere pseudoniem. Hij was niet alleen schrijver, maar ook taalkundige en politicus. In 1910 was hij een van de scheppers van het Luxemburgse volkslied "U Lëtzebuerg". Als gemeenteraadslid en burgemeester van Luxemburg-stad en vanaf 1951 als parlementslid zette hij zich in voor de onafhankelijkheid van Luxemburg en voor het behoud van de Luxemburgse taal. Bovendien slaagde hij erin het lichaam van Jang de Blannen vanuit Duitsland over te laten brengen naar de crypte in de Notre-Dâme-kathedraal. Hij stierf op 15 september 1961. Sinds 1980 staat zijn standbeeld in het stadspark van de hoofdstad.
Siggy vu Lëtzebuerg
Officially Siggy - obviously the 'y' got lost from the pillar - vu Lëtzebuerg was called Lucien Koenig. He was born on August 10, 1888 in Luxembourg-city, was raised by his grandmother and after her death he was adopted bij the Wercollier-Koenig family. They used to call him 'Siggy', which became his pseudonym in later years. Besides a writer, he also was a linguist and a politician. In 1910 he was one of the creators of the Luxembourg national hymn "U Lëtzebuerg". As a local councillor, mayor of Luxembourg-city and from 1951 on as a member of parliament, he devoted himself to the Luxembourgish language and to the independance of the country. He also managed to have the body of Jang de Blannen removed from Germainy to the crypt in the Notre-Dâme Cathedral. He died on september 15, 1961. His statue was placed in de city park in 1980.
zondag 26 januari 2014
Dënzelt in Echternach
Het eeuwenoude gerechtshof in Echternach heeft in bouwkundig opzicht een grillige geschiedenis achter de rug. Het oorspronkelijke gebouw dateert uit de 14e eeuw en werd in 1374 gekocht door abt Wilhelm von Kerpen, die er een "Dingstuhl" - de zetel van rechtspraak - inrichtte, compleet met martelkamer en gevangenis.
In 1444 werd het gebouw door brand verwoest, waarna het in renaissancestijl werd herbouwd. In de 18e eeuw werd het aangepast aan de toenmalige barokstijl en in 1895 kreeg het een neo-gotisch uiterlijk. De beelden aan de voorgevel, gemaakt door Lambert Predbour werden in 1896 aangebracht en stellen de maagd Maria, koning Salomon, abt Robert de Montreal en de kardinale deugden (voorzichtigheid, rechtschapenheid, moed en gematigdheid) voor.
Tegenwoordig wordt het gebouw gebruikt als vergaderzaal voor de gemeenteraad.
Dënzelt in Echternach
The ancient court of justice in Echternach has a complicated archtitectonial history. The original building dates back to the 14th century and was bought in 1374 by abbot Wilhelm von Kerpen, who established a "Dingstuhl" - the seat of judicial deliberations - in it, with a torture room and prison included.
In 1444 the building was destroyed by a fire and rebuilt in renaissance style. In the 18th century it was adapted to the populair baroque style en in 1895 it got a neo-gothical appearance.The statues on the front side, made by Lambert Predbour, were added in 1896 and represent Virgin Mary, king Salomon, abbot Robert de Montreal and the cardinal virtues (prudence, justice, courage and temperance).
Nowadays the building is used as conference hall for the city council.
zaterdag 25 januari 2014
Schueberfouer
De geschiedenis van het volksfeest gaat terug tot 1340.
Johan de Blinde - in het Luxemburgs "Jang de Blannen" - was van 1310 tot aan zijn dood in 1346 Graaf van Luxemburg. Zijn (bij)naam dankt hij aan het feit dat hij in 1337 door een ziekte het licht in zijn rechteroog kwijtraakte. Na een mislukte operatie in 1340 werd hij ook aan zijn linkeroog blind. Dat weerhield hem er niet van om op 20 oktober 1340 een document te ondertekenen waarin hij toestemming gaf voor het houden van een jaarmarkt, die elk jaar begon op de vooravond van St. Bartholomeus (24 augustus) en acht dagen duurde.
De eerste jaren werd de markt gehouden bij het klooster Schuedbuerg, dat naast de stadsmuur lag. Van "Foire de Schuedbuerg" veranderde de naam in de loop der eeuwen in Schueberfouer. Tegelijkertijd veranderde het karakter van het jaarlijkse evenement geleidelijk van een handelsbeurs tot een sociale en feestelijke happening.
De Schueberfouer begint nog steeds op de woensdag, donderdag of vrijdag voor St. Bartholomeus, maar tegenwoordig duurt de kermis 20 dagen.
Schueberfouer
The "Schueberfouer" is Luxembourg's largest and oldest funfair. For three weeks in every August there is a lot of joy and pleasure at "Glacis", which is a huge parking near the red bridge for the rest of the year.
The popular festival dates back to 1340.
John the Blind - in Luxembourgish "Jang de Blannen" - was Count of Luxembourg from 1310 until his death in 1346. The reason for his (nick)name, was the fact that, due to an illness, he lost the sight in his right eye in 1137. After unsuccessful surgery in 1340, he became totally blind. In spite of that fact, on October 20, 1340, he signed a document in which he gave his permission for an annual fair, which was to start on the eve of St. Bartholomew (August 24) and lasted for eight days.
The first years, the fair was held near the monastry of Schuedberg, next to the city wall. That's why it was called "Foire de Schuedbuerg", which gradually changed into "Schueberfouer". In the same pace, the character of the event developed from a commercial market into a social and festive event.
Nowadays the Schueberfouer still starts on the wednesday, thursday or friday before St. Bartholomew, but it lasts for 20 days.
vrijdag 24 januari 2014
Schengen akkoorden
Eigenlijk is Schengen met zijn 430 inwoners maar een klein, onopvallend dorpje in het zuidoosten van Luxemburg. Maar de naam is in de hele wereld beroemd geworden, dankzij de akkoorden over een 'Europa zonder grenzen' die hier werden ondertekend. Een monument op de 'Place de l'Accord de Schengen' herinnert aan die bijzondere dagen.
Aan boord van de MS "Princesse Marie-Astrid", afgemeerd aan deze kade, werden op 14 juni 1985 en op 19 juni 1990 door vertegenwoordigers van de Benelux, Duitsland en Frankrijk de akkoorden ondertekend over de gefaseerde afschaffing van de controles aan de Europese binnengrenzen en de invoering van een gemeenschappelijk veiligheids- en asielbeleid.
De akkoorden worden inmiddels toegepast door 26 Europese landen.
Schengen agreements
Schengen, with its 430 inhabitants, is in fact a small and modest village in the south-east of Luxembourg. Yet its name is known all over the world, thanks to the agreements for a 'Europe without borders' that were signed here. A monument at the 'Place de l'Accord de Schengen' reminds of those special occasions.
On board the MS "Princesse Marie-Astrid", anchored at this quay, represents of the Benelux, Germany and France signed the agreements on the gradual abolition of border checks at the common borders and the introduction of a common safety- and visa-policy.
Nowadays the agreements are accepted by 26 European countries.
donderdag 23 januari 2014
Sébastian Le Prestre de Vauban
Sébastian Le Prestre de Vauban werd op 15 mei 1633 geboren in het toenmalige Saint-Léger-de-Foucherte (Frankrijk) en stierf in Parijs op 30 maart 1707. Toen hij 20 jaar was, werd zijn strategisch talent herkend en op zijn 22e was hij al "militair ingenieur" in dienst van de Franse koning Lodewijk XIV. Aanvankelijk nam hij met het Franse leger deel aan tal van belegeringen - waarbij hij diverse malen gewond raakte - maar vanaf 1662 hield hij zich vooral bezig met het bouwen en verstevigen van forten. Aan meer dan 160 forten in Belgïe, Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en Luxemburg heeft hij belangrijke bijdragen geleverd. Ook het fort van Maastricht is van zijn hand.
In Luxemburg werkte hij vooral aan het uitbreiden en verbeteren van het verdedigingsfront van de hoofdstad. Tussen 1685 en 1688 heeft hij verschillende forten, poorten en torens laten bouwen, die grotendeels nog steeds intact zijn en inmiddels op de werelderfgoedlijst van Unesco zijn geplaatst.
Vanwege zijn grote verdienste heet zijn geboortestad sinds 1867 Saint-Léger-Vauban.
Sébastian Le Prestre de Vauban
Sébastian Le Prestre de Vauban was born on May 15, 1633 in the French town Saint-Léger-de-Foucherte en died in Paris on March 30, 1707. At the early age of 20, he was noticed because of his strategic talents, and at 22 he already was employed as "military engineer" in the service of the French king Louis XIV. The first years in the army he took part in several sieges, in which he was wounded more than once. From 1662 on his main task was to build and fortify numerous defences. He was responsable for over 160 fortifications in Belgium, France, Germany, Switzerland and Luxembourg. The fortification of Maastricht (The Netherlands) is one of his constructions as well.
In Luxembourg he was involved in the construction and upgrading of the capital´s defence. Between 1685 en 1688 he has created several fortifications, gates and towers, many of which are still existing and are now on the Unesco world heritage list.
Because of his great merits, his place of birth was renamed Saint-Léger-Vauban in 1867.
woensdag 22 januari 2014
D'Villa Pauly
Het werd rond 1920 ontworpen door de architect Mattias Martin en was bestemd voor chirurg Norbert Pauly - aan wie het zijn naam dankt. In 1923 vestigde de arts hier zijn praktijk.
Toen in 1940 Duitse troepen Luxemburg bezetten, was Pauly op vakantie in Zuid-Frankrijk. Door het uitbreken van de oorlog kon hij pas maanden later terugreizen. Toen was zijn villa al in beslag genomen door de Gestapo, die het gebruikte voor het verhoren en gevangen zetten van iedereen die zich verzette tegen het nieuwe regime. Op de tweede verdieping werden cellen ingericht en de stookruimte in de kelder werd gebruikt als martelkamer.
Later werd het administratiecentrum voor de deportatie van Joden in de villa ondergebracht.
Na de oorlog huurde de Luxemburgse staat het huis en bood het onderdak aan diverse ministeries. De staat kocht de villa in 1980 en in 1998 werd het aangewezen als nationaal monument. Sinds 2000 zijn de Nationale Verzetsraad en het Verzetsdocumentatiecentrum er gevestigd.
Op een plaquette aan het hek staat de tekst: "Villa Pauly - Zetel van de Gestapo 1940-1945. Gedenk de verzetsstrijders die op deze plek gemarteld werden tijdens de bezetting door de nazi's".
D'Villa Pauly
This splendid mansion at the Boulevard de la Petrusse in Luxembourg-city, with four impressive turrets, has a grim history.
It was designed around 1920 by architect Mattias Marin and was built for - and named after - surgeon Norbert Pauly. In 1923 he opened a practice here.
When German troops occupied Luxembourg in 1940, Pauly was on holiday in the south of France. Because of the war, he couldn't return to Luxembourg for several months. In the mean time, his villa had been confiscated by the Gestapo, who used it to interrogate and imprison anyone who opposed the new regime. On the second floor, prison cells were created and the boiler cellar was used as torture room.
The administration centre for the deportation of Jews was later also established in the villa.
After the war, the mansion was rented by the Luxembourg state. Several government departments were residing here. De state bought the house in 1980 and in 1998 it became a national monument. Since 2000 it is the home of the National Resistance Council and the Resistance Documentary Centre.
A sign at the gate bears the text: "Villa Pauly - Seat of the Gestapo 1940-1945. Remember the resistant fighters who were tortured at this place during the nazi occupation".
dinsdag 21 januari 2014
De Renert
De schrijver Michel Rodange werd op 3 januari 1827 geboren in Waldbillig en stierf op 27 augustus 1876 in Luxemburg-Clausen. Hij wordt door veel Luxemburgers gezien als dè nationale dichter. Bekend werd hij vooral door het werk "De Renert - de Fuuss am Frack an a Maansgréist", een Luxemburgse bewerking van het alom bekende "Van den vos Reynaerde", waarbij hij zich baseerde op de versie van Goethe, "Reineke Fuchs".
Rodange schreeft het werk - dat bestaat uit 14 verzen en 1513 strofen - tussen 1868 en 1871.
"De Renert" was meer dan alleen maar een vertaling van de bekende fabel; het was ook een karikaturistische en satirische schets van het politieke, sociale en culturele leven in Luxemburg in de 19e eeuw, waarin veel prominenten te herkennen waren.
Aanvankelijk was er nauwelijks belangstelling voor het werk. Pas na een vermelding van "De Renert" in een lexicon van de Duitse literatuur, verschenen in 1927, kwam de erkenning. Tegenwoordig wordt het werk gezien als het hoogtepunt van de vroege Luxemburgse literatuur.
Hoewel er op diverse plekken in het land herinneringen aan Rodange te vinden zijn, heeft vooral de stad Wiltz de schrijver geëerd, met diverse beelden - zoals dit van een van de figuren uit "De Renert" - langs een korte wandelroute door het stadspark.
De Renert
Writer Michel Rodange was born on January 3, 1827 in Waldbillig and died on Augsut 27, 1876 in Luxembourg-Clausen. By most Luxembourgers he is considered to be "the" national poet. He is especially famous for his "De Renert - de Fuuss am Frack an a Maansgréist", a Luxembourgish adaptation of the well known "Van den vos Reynaerde", although Rodange based his work on Goethe's version, "Reyneke Fuchs".
Rodange wrote the work - consisting of 14 verses and 1513 strophes - between 1868 en 1871.
"De Renert" was more than a simple translotion of the famous fable; it was a caricaturistich and satirical picture of the political, social and cultural life in Luxemborug in the 19th century, in which many prominent citizens could be recognised.
At first there was hardly any interest in the work. It was only after it was mentioned in a lexicon of German literature in 1927 it was noticed. Nowadays it is considered to be the highlight of early Luxembourgish literature.
Although there are many memorials for Rodange throughout the country, especially the town of Wiltz has honoured the writer, with several statues - like this one, of one of the figures from 'De Renert" - along a short cultural trail in the municipal park.
maandag 20 januari 2014
Abdij St. Mauritius en St. Maurus
De Benedictijner abdij "St. Mauritius en St. Maurus" in Clervaux is in de jaren 1909/1910 gebouwd. Het neo-gothische gebouw is ontworpen door de Nederlandse architect Johannes Franciscus Klomp (1856-1946) en grotendeels gebouwd in leisteen dat in de omgeving is gedolven. De abdij wordt nog steeds bewoond door - tussen de 20 en 30 - Benedictijner monniken en is daarom slechts gedeeltelijk toegankelijk. Wel biedt de abdij de mogelijkheid voor een tijdelijk verblijf in het klooster, voor mensen die "op zoek zijn naar herbezinning of stilte".
Een van de mensen die daar gebruik van hebben gemaakt, was de IJslandse schrijver en Nobelprijswinnaar Hálldor Laxness (1902-1998). In 1923 bekeerde hij zich - overigens slechts tijdelijk - tot het katholicisme en bracht hij een paar maanden in het klooster door, waar hij zich ook liet dopen.
In zijn roman "De grote wever uit Kasjmier", verschenen in 1927, schreef hij over die periode.
St. Maurice and St. Maur Abbey
The Benedictine abbey "St. Maurice and St. Maur" in Clervaux was built in 1909/1910. The neo-gothical building is designed by Johannes Franciscus, a Dutch architect (18560-1946) and is for a great part constructed with the use of slate which was produced in the area. Nowadays the abbey is still inhabited by - around 20 to 30 - Benedictine monks and therefore just partly open to public, although the abbey does offer the opportunity for a temporary retreat in the monastry to people "looking for spiritual orientation or inner peace".
One of the people who enjoyed such a retreat, was the Icelandic writer and Nobel laureate Hálldor Laxness (1902-1998). In 1923 he - temporarily - converted to Catholocism and stayed in the monastry for a few months. He was also baptized here.
In his novel "The great weaver from Kashmir", published in 1927, he wrote about his stay in the abbey.
zondag 19 januari 2014
De Hauptmann von Köpenick
Wilhelm Voigt was een gelukszoeker met een rijke fantasie. Hij werd in 1849 is het Oostpruisische Tilsit geboren en scharrelde zijn kostje op originele wijze bij elkaar.
In 1906 wist hij een uniform op de kop te tikken, rekruteerde spontaan een paar 'soldaten' die hij op straat tegenkwam en ging met dat legertje op weg naar de burgemeester van Köpenick. Hij stelde zich voor als "Hauptmann des Erste Garde-Regiments zu Fuss", nam de burgemeester gevangen en legde beslag op de gemeentegelden. Dat leverde hem 4000 Mark en 70 Pfennig op. Maar hij had niet lang plezier van zijn succes. Korte tijd later werd hij gearresteerd en op 1 december 1906 werd hij tot een gevangenisstraf van vier jaar veroordeeld vanwege "het onbevoegd dragen van een uniform, verstoring van de openbare orde, vrijheidsberoving, bedrog en documentenvervalsing".
In 1908 kreeg hij gratie en op 22 mei 1909 vestigde hij zich in Luxemburg-stad. De verkoop van zijn memoires leverde hem genoeg geld op om daar een huis te kopen. Daar woonde hij tot aan zijn dood in 1922. Hij werd op kosten van de gemeente begraven op het kerkhof Notre-Dame in de Luxemburgse hoofdstad.
Zijn optreden als "Hauptmann von Köpenick" inspireerde Carl Zuckmeyer in 1931 tot een gelijknamig toneelstuk, dat later werd verfilmd met Heinz Rühmann in de hoofdrol.
The Captain of Köpenick
William Voigt was an adventurer which a rich imagination. He was born in the Prussian town of Tilsit and managed to make a living in the most original ways.
In 1906, in a made-up uniform and with a few 'soldiers' he recruted spontaneously, he visited the mayor of Köpenick and introduced himself as "Hauptmann des Erste Garde-Regiments zu Fuss" (Captain of the First Guard Regiment). He took the mayor into custody and confiscated the municipal funds, an amount of 4000 Mark and 70 Pfennig. But he couldn't enjoy his succes for long. Shortly after his trick, he was arrested and on December 1, 1906, he was sentenced to four years in prison for "the unauthorized wearing of an uniform, disturbing the public peace, false imprisonment, fraud and forgery".
In 1908 he was released and on May 22, 1909, he moved to Luxembourg-city. The selling of his memoir allowed him to buy a house in the city centre, where he lived till his death in 1922. His funeral, at Notre-Dame Churchyard, was payed for by the city.
His performance als "Hauptmann von Köpenick" inspired Carl Zuckmeyer in 1931 to a play; in 1956 a movie was produced, featuring Heinz Rühmann in the role of Voigt.
zaterdag 18 januari 2014
Antoine Meyer
Antoine - ook bekend als Tun - Meyer was wiskundige en dichter.
Hij werd geboren op 31 mei 1801 in Luxemburg-stad en studeerde wiskunde in Luik en Parijs. Na zijn terugkomst gaf hij les in Echternach en Luxemburg-stad, tot hij in 1828 naar Breda verhuisde en twee jaar later naar België. Tot aan zijn dood op 29 april 1857 was hij wiskundeprofessor aan de universiteit van Luik.
Bekend werd hij vooral als dichter. En dan misschien niet eens vanwege de kwaliteit van zijn werk, maar omdat hij de eerste was die zijn gedichten in het Luxemburgs schreef. In 1829 publiceerde hij de bundel "E' Schreck ob de Lezeburger Parnassus", die zes gedichten bevatte. Hij wilde aantonen dat "het Luxemburgse dialect niet zo ruw, armoedig, chaotisch, stijf en onbeschaafd is als veel Luxemburgers wel beweren". Later schreef hij nog meer gedichten en ook een Luxemburgse spellinggids.
Ondanks zijn liefde voor de Luxemburgse taal, nam hij in 1842 de Belgische nationaliteit aan.
Antoine Meyer
Antoine - also called Tun - Meyer was a mathematician and a poet. Hij was born on May 31, 1801, in Luxembourg-city and studied mathematics in Liège and Paris. Back in Luxembourg he worked as a teacher in Echternach and Luxembourg-city, until he moved to Breda (The Netherlands) in 1828 and to Belgium two years later. There he was a professor of higher mathematics at the university of Liège until his death on April 29, 1857.
In Luxembourg he is especially famous as a poet. Maybe not because of the quality of his works, but rather because he was the first one to write his poems in Luxembourgish. In 1829 he published the collection "E' Schreck ob de Lezeburger Parnassus", which contained six poems. He wanted to show that "the Luxembourg dialect is not as rough, poor, unregulated, stiff and barbarous as many born Luxembourgers would like to maintain". Later on he wrote more poems, and also Luxembourgish spelling rules.
In spite of his admiration for the Luxembourg language, he acquired Belgian nationality in 1842.
vrijdag 17 januari 2014
De algemene staking van 1942
De reactie kwam razendsnel. Via persoonlijke contacten en pamfletten werd opgeroepen tot een algemene staking op 31 augustus. Vooral in Wiltz en in de zuidelijke mijnstreek werd aan die oproep gehoor gegeven. Zowel in fabrieken als bij overheidsdiensten op diverse plaatsen in het land legden steeds meer mensen voor korte of langere tijd hun werk neer, waardoor het Duitse raderwerk dreigde te stagneren.
Helaas reageerden de bezetters al even snel. Binnen een paar uur waren de lokale aanvoerders opgespoord, vastgenomen en verhoord. Twintig stakingsleiders werden door een Duits standgerecht ter dood veroordeeld en overgebracht naar een concentratiekamp in Duitsland, waar ze werden geëxecuteerd. Michel Worré en Nicolas Müller, beiden uit Wiltz, waren de eersten die werden doodgeschoten, op 2 september om 06.30 uur.
Een reusachtig monument in Wiltz, in de vorm van een vuurtoren, herinnert aan de staking.
General strike of 1942
After the German occupation in 1940, the resistance against the new regime and its politics grew rapidly. The Luxembourgers couldn't accept the fact that they would be Germans from that moment on, nor the rule that German would be the only language allowed. When on August 30, 1942, all Luxembourger males born between 1920 and 1927 were forced to serve in the Wehrmacht, that was the limit.
The reaction was prumpt. By word of mouth and through leaflets a general strike on August 31 was announced. Especially in Wiltz and in the southern mining district, people responded to the call. Both in factories and in public services work was interrupted for a short or longer period, which had a strong effect on the country and the occupying forces.
Unfortunately, the German reaction was just as swift. Within a few hours local strike leaders were identified, rounded up and interrogated. Twenty of the leaders were sentenced to death by a special tribunal and transferred to a German concentration camp, where they were executed. The first to be shot, on September 2 at 06.30, were Michel Worré and Nicolas Müller, both from Wiltz.
In Wiltz, a huge monument in the form of a lighthouse commemorates the strike.
donderdag 16 januari 2014
Goethe en Luxemburg
Het succes van zijn eerste roman "Het lijden van de jonge Werther", verschenen in 1774, overdonderde Goethe volkomen. Om de fans die voortdurend op zijn stoep stonden te ontvluchten, reisde hij in 1786 naar Italië. Vervolgens nam hij, op verzoek van de hertog van Weimar, in 1792 deel aan de strijd tegen Frankrijk. Die "Campagne in Frankrijk", die hij later beschreef, bracht hem onder meer in de Luxemburgse hoofdstad.
In 1935 werd, vlakbij de Bockrots met de vesting, een gedenksteen geplaatst. Daarop een citaat van Goethes lovende woorden over Luxemburg: "Hier findet sich soviel Grösse mit Anmut, soviel Ernst mit Lieblichkeit verbunden, dass wohl zu wünschen wäre, Poussin hatte sien herrliches Talent in solchen Räumen betätigt." (Hier vind je zoveel grootsheid en charme, zoveel ernst vermengd met mildheid, dat je zou wensen dat Poussin (Frans schilder uit de 15e eeuw) zijn heerlijke talent in zo'n omgeving had uitgeoefend.)
Goethe and Luxembourg
Of course everybody knows the name of Johann Wolfgang von Goethe, born on August 28, 1749 in Frankfurt, deceased in Weimar on March 22, 1822. Less known is the fact that he has payed two short visits to Luxembourg-city.
Goethe was overwhelmed by the succes of his first novel, "The sorrows of young Werther", published in 1774. To get away from the admirers who constantly jostled around his house, he traveled to Italy in 1786. After that, on request of the duke of Weimar, he joined the battle against the French in 1792. That "Campagne in France", which he later described, brought him to the Luxembourg capital twice.
In 1935 a memorial was placed near the Bock and the old fortress. It contains Goethe's praising words on Luxembourg: "Hier findet sich soviel Grösse mit Anmut, soviel Ernst mit Lieblichkeit verbunden, dass wohl zu wünschen wäre, Poussin hatte sien herrliches Talent in solchen Räumen betätigt." (There is so much grandeur and charm here, so much gravity mixed with gentleness, you wish Poussin (French painter in the 15th century) would have practiced his devine talents in such a scenery.)
woensdag 15 januari 2014
Kasteel van Schengen
Het oorspronkelijke kasteel in Schengen werd gebouwd in de 14e eeuw. In de 1793 werd het gekocht door Charles Joseph Collart, arts en staalfabrikant. Zijn zoon Jean-Nicolas liet het kasteel in 1812 afbreken, met uitzondering van de toren, die nog steeds in zijn oorspronkelijke staat is. Later liet hij met het oorspronkelijke materiaal een groot buitenhuis bouwen.
Op 13 september 1871 logeerde de Franse schrijver Victor Hugo op het kasteel. Uit dank gaf hij de gastvrouw een door hem gemaakte tekening van het middeleeuwse toren. Die afbeelding is nu nog steeds te vinden op de etiketten van de wijnen van 'Château de Schengen".
De kruidentuin van het kasteel maakt deel uit van de "Tuinen zonder Grenzen", die zo'n 25 tuinen in het grensgebied van Frankrijk, Duitsland en Luxemburg omvat.
The original castle in Schengen was built in the 14th century. In the 1793 it was bought by Charles Joseph Collart, a wealthy medicin and steel producer. His son, Jean-Nicolas, had the castle demolished in 1812. All that remained, was the round central tower. With the original material, Jean-Nicolas established a impressive manor house.
On 13 september 1871 the French writer Victor Hugo spent the night in the castle. He thanked his hostess with a self-drawn sketch of the old tower. That drawing is still used on the labels of the wines produced by the domaine of "Château de Schengen".
The castle's herb garden is part of "Gardens without borders", which includes about 25 gardens in the borderland of France, Germany and Luxembourg.
dinsdag 14 januari 2014
Le Grand Théâtre
Het is bijna vanzelfsprekend dat een klein land als Luxemburg nauwelijks een noemenswaardige filmindustrie kent. Pas sinds 1990 worden er films gemaakt, waarvan slechts een handjevol ook buiten de landsgrenzen bekend worden.
Maar het prachtige landschap maakt Luxemburg wél een populaire locatie voor de maken van films. Talrijke - ook min of meer bekende - buitenlandse films zijn geheel of gedeeltelijk opgenomen in het land. Zoals de BBC-productie 'The Servant' in 1994 en 'Shadow of a Vampire', met John Malkovich, die in 2000 deels in Vianden werd gedraaid. Voor "The Merchant of Venice", met Jeremy Irons en Al Pacino, werd in Esch-sur-Alzette een compleet toneel gebouwd.
Ook het "Grand Théâtre" in de hoofdstad op deze foto werd ooit als filmdecor gebruikt. In de grote foyer, met de prachtige marmeren vloer, de oogverblindende kroonluchters en de diamantvormige ramen werden opnamen gemaakt voor de misdaadkomedie "Flawless", met Michael Caine en Demi Moore. Volgens velen riep deze locatie de authentieke sfeer van een sjiek hotel in het Londen van de 60-er jaren perfect op.
Le Grand Théâtre
It more or less speaks for itself that a small country like Luxembourg has hardly a worthwile cinema production. It was'n until 1990 that movies were made, and not many of them were noticed outside the borders.
But the wonderful scenery did and does make Luxembourg a popular location for shooting (parts of) movies. Numerous foreign movie scenes - some of which with some sort of international reputation - were made in this country. The BBC-production "The Servant" (1984) for instance, and "Shadow of a Vampire", with John Malkovich, which was partly recorded in Vianden in the year 2000. For "The Merchant of Venice", with Jeremy Irons and Al Pacino, a complete stage was built in Esch-sur-Alzette.
The "Grand Théâtre" in the capital on this photo was also part of a movie set. In the giant lobby, with the marvelous marble floor, the dazzling chandeliers and diamond shaped windows, several scenes of the crime comedy "Flawless", with Michael Caine and Demi Moore, were shot. It was said this location created the perfect feel of a luxurious London hotel in the sixties.
maandag 13 januari 2014
Hugo Gernsback
Hugo Gernsback (eigenlijk Hugo Gernsbacher) werd op 16 augustus 1884 in Luxemburg-Bonnevoie geboren. In 1904 emigreerde hij naar Amerika, waar hij baanbrekend werk verrichtte op het gebied van radio en televisie. In 1928 richtte hij de radiozender WRNY ("Wireless Radio New York") op en later werkte hij mee aan de eerste tv-uitzendingen.
Maar hij is vooral bekend geworden als grondlegger van de science-fictionlectuur (en tevens bedenker van de term "science fiction"). In 1926 publiceerde hij het eerste SF-tijdschrift, "Amazing Stories". In de jaren daarna begon hij talrijke nieuwe tijdschriften en stripboeken.
De "Hugo", de prijs voor diverse categorieën in de SF-literatuur, die sinds 1953 jaarlijks wordt uitgereikt tijdens de "World Science Fiction Convention", is naar hem genoemd. In 1960 kreeg hij zelf een speciale Hugo als "Vader van de SF".
Gernsback stierf op 19 augustus 1967 in New York.
Hugo Gernsback
Hugo Gernsback (officially called Hugo Gernsbacher) was born on August 16, 1884 in Luxembourg-Bonnevoie. In 1904 he emigrated to the USA, where he made significant contributions to the growth of radio and broadcasting. In 1928 he founded radio station WRNY ("Wireless Radio New York") and later he participated in the first television broadcasts.
But he is especially known as the founding father of science fiction (even the name "SF" was invented by him). In 1926 he published the first SF-magazine, "Amazing Stories". In the years to follow he published numerous other magazines and books.
The "Hugos", since 1953 annually awarded at the "World Science Fiction Convention" in different SF-genres, are named after him. In 1960 he received a special Hugo as "The Father of Magazine Science Fiction".
Gernsback died on August 19, 1967, in New York.
zondag 12 januari 2014
Léa Linster
Ze werd geboren in 1955 in Differdange en heeft zichzelf het koken bijgebracht. In de mannenwereld van de chefkoks is ze al jarenlang een opvallend figuur. Ze had een eigen kookshow op de Duitse televisie en schreef talrijke receptenboeken. In 1989 kreeg ze als eerste - en tot nu tot enige - vrouw ter wereld de 'Bocuse d'Or', een gerenommeerde onderscheiding. Inmiddels heeft ze twee restaurants in Luxemburg. Haar 'Cuisinière' in Frisange heeft sinds 1987 een Michelin-ster. Daarnaast heeft ze nog een restaurant in het nabij gelegen Kayl, een delicatessenwinkel in Luxemburg-stad en een eigen wijngaard in Remich. Ze is bovendien ambassadeur van 'Île aux clowns', een organisatie die te vergelijken is met de Nederlandse cliniclowns.
Léa Linster
The most famous chef in Luxembourg is a women: Léa Linster.
She was born in 1955 and is a self-taught cook. In the male world of chefs, she has been a remarkabel figure for decades. She hosted a cooking show in Germany and published various cookery books. In 1989 she was the first - and so far the only - women to receive the 'Bocuse d'Or, a prestigious award. These days she owns two restaurants in Luxemburg. Her 'Cuisinière' in Frisange has a Michelin Star, first awarded in 1987. Besides that, she owns a restaurant in Kayl, a delicattensshop in Luxembourg-city and her own vineyard in Remich. She is also a patron of 'ile aux clowns', an organisation that sends clowns to cheer up seriously ill children and senior citizens.
zaterdag 11 januari 2014
Lucilinburhuc
Op deze bescheiden plek in Luxemburg-stad is ooit Luxemburg ontstaan.
Siegfried van Lotharingen werd rond 920 geboren en stierf op 28 oktober 998. Van zijn vader Wigerik erfde hij niet alleen de titels "Graaf van de Moezelgouw en de Ardennengouw, voogd van de rijksabdij Sankt Maximin te Trier en van de Abdij van Echternach", maar ook diverse landgoederen in het toenmalige Opper-Lotharingen. Hij ruilde zijn grondstukken in Feulen, bij Ettelbruck, tegen een strategisch gelegen stuk land aan de Alzette. Op de hoge Bockrots liet hij in 963 een kasteel bouwen dat hij Lucilinburhuc ("Kleine Burg") noemde. Zo werd hij "Graaf Siegfried I van Lucilinburhuc", een naam die later geleidelijk veranderde in Luxemburg. De burcht groeide al snel uit tot een stad en later tot een heel land - zij het bescheiden van afmeting.
Lucilinburhuc
This modest spot in Luxembourg-city is the birth place of Luxembourg.
Siegfried of Lotharingia was born around the year 920 en died October 28, 998. He inherited not just the titles "Count of the Moselgau and the Ardennes, advocate of the Abbeys of Treves and Echternach", but also several estates in former Upper-Lorraine. He traded his properties in Feulen, near Ettelbruck, for a strategically important estate near the Alzette. On the steep Bock he built a castle in 963 and called it Lucilinburhuc ("Little Fortress"). Since then he was called "Count Siegfried I of Lucilinburhuc". Gradually that name developed into Luxembourg. The castle rapidly grew into a city - the most important city of the small country of Luxembourg that developed around it.
vrijdag 10 januari 2014
Aline Mayrisch
Aline speelde een belangrijke rol in de vrouwenbeweging en in verschillende liefdadigheidsorganisaties en was onder meer jarenlang voorzitter van het Rode Kruis. Daarnaast was ze een groot promotor van kunst en cultuur. In het landhuis in Colpach nodigde ze vooraanstaande schrijvers, dichters en intellectuelen uit voor haar literaire salons "Cercle de Colpach".
Aline was ook initiatiefneemster van het eerste meisjesgymnasium in Luxemburg. Dankzij haar inzet werd het in 1909 mogelijk dat meisjes gymnasiaal onderwijs kregen op privéscholen. Vanaf 1911 konden meisjes ook op openbare gymnasiums de lessen volgen, zij het aanvankelijk nog in andere vakken dan jongens.
Ze stierf op 20 januari 1947 in het Franse Cabri en werd in Colpach begraven naast haar man, die in 1928 bij een auto-ongeluk om het leven was gekomen.
Aline Mayrisch
Aline Mayrisch was born in Luxembourg-Hollerich on August 22, 1874 as Aline de Saint-Hubert. In 1894 she married Emile Mayrisch, one of Luxembourg's leading steel manufacturers.
Aline played an important role in the women's movement and in several charity organisations; she was President of the Red Cross for more than a decade. She was also a driven promotor of art and culture. In the manor in Colpach she invited famous writers, poets and intellectuals to her literary meetings "Cercle de Colpach".
Aline was the initiator of the first girl's gymnasium. Thanks to her efforts, it became possible for girls to follow classical education in private schools in 1909. From 1911 on, girls could enter public gymnasiums, although at first they had to follow different classes from boys.
She died on January 20, 1947, in Cabri, France. She was buried in Colpach, next to her husband, who had died in a car crash in 1928.
donderdag 9 januari 2014
D'Héichhaus
Officieel heet dit gebouw "Bâtiment Alcide de Gasperi" - en voordat het die nieuwe naam kreeg "Bâtiment Tour du Parlement Européen" - maar de Luxemburgers noemen simpelweg het "D'Héichhaus" (Het Hooghuis).
De toren - in de vorm van een platgedrukte zeshoek - werd tussen 1964 en 1969 gebouwd als onderkomen voor het eerste EU-instituut in de "Europese wijk" op de Kirchberg in Luxemburg-stad. Hij werd ontworpen door de Luxemburgse architecten Gaston Witry en Michel Mousel.
Jarenlang was dit het hoogste gebouw in Luxemburg-stad; het dak lag 404m boven zeeniveau. Maar sinds 2008 wordt die hoogte overtroefd door de twee nieuwe torens van het Europese Gerechtshof, die op een steenworp afstand staan. De toppen van die (goudkleurige) flats van 106m hoog liggen op 420m boven zeeniveau.
Op het dak van het Héichhaus staat een webcam met een fraai uitzicht over de stad.
D'Héichhaus
The official name of this building is "Bâtiment Alcide de Gasperi" - originally it was called "Bâtiment Tour du Parlement Européen" - but Luxembourgers just call it "D'Héichhaus" (The High House).
The tower - shaped like a flattened hexagon - was built between 1964 and 1969 and was the first residence of a EU-institution in the "European quarter" in Kirchberg, Luxembourg-city. It was designed by the Luxembourger architects Gaston Witry and Michel Mousel.
For decades it was the highest building in Luxemburg-city; the roof is situated 404m above sea level. But since 2008 that height is outbidden by the two new towers of the European Court of Justice, just a stone's throw away. The roofs of those (golden coloured) towers, measuring 106m, are situated 420m above sea level.
A webcam is placed on top of the Héichhaus, offering a great view over the city.
woensdag 8 januari 2014
Burrigplatz en Kneiff
Aan een onopvallend landweggetje, even buiten Hulldange, staat een watertoren. Ernaast is een bord geplaatst waarop te lezen is dat deze "Burrigplatz" met zijn 558,35 meter het hoogste punt van Luxemburg is. Voor geoefende wandelaars is het dan ook een dankbaar doel van een tocht door de altijd mooie Ardennen.
Burrigplatz and Kneiff
Alongside a small country road just outside Huldange, there's a water tower. Next to it a sign explains that this "Burrigplatz", at 558,35 meters, is the highest point in Luxembourg. For trained wanderers it is a popular destination for a walk in the beautiful Ardennes.
Alleen zouden ze dan bedrogen uitkomen. Want ooit heeft een Luxemburger een foutje gemaakt in de berekeningen. Niet de Burrigplatz is het hoogste punt van het land, maar de twee kilometer verderop gelegen top van de Kneiff. Die meet 560 meter - en da's toch echt een dikke meter hoger...
Een goed geïnformeerde wandelaar loopt dus liever nog een stukje verder, om dan na dat laatste klimmetje van een welverdiende rustpauze én van het prachtige uitzicht te genieten.
But he - or she - would actually be led astray. Because the sign is based on a small miscalculation by someone. Not the Burrigplatz, but the summit of the Kneiff, about a mile further, is the highest point in Luxembourg. The Kneiffe measures 560 meters - over a meter more...
So a well informerd wanderer walks a little further and then, after just a small additional climb, enjoys a well deserved break and a splendid view.
Abonneren op:
Posts (Atom)