maandag 30 juni 2014

Ernest Derulle


Een man in een soort vikingschip, met daarboven de Amerikaanse adelaar... Waarschijnlijk is dit het merkwaardigste grafmonument in Luxemburg-stad - en misschien zelfs wel in heel Luxemburg.

Het graf is van Ernest Derulle. Geboren in 1851 als telg uit een familie die zich al jarenlang bezighield met het organiseren van reizen en het adviseren van emigranten. Aanvankelijk hadden ze een reisbureau in Nospelt en later in Luxemburg-stad.
Ook Ernest was gefascineerd door reizen en andere landen. Hij verbleef langere tijd in Amerika, werkte als Amerikaans consulair agent in Luxemburg en probeerde in 1873 zelfs - vergeefs - Amerikaans staatsburger te worden.
Hij stierf op 13 december 1912.

 

Ernest Derulle
A man in some sort of viking vessel, with the American eagle above him... This is probably the weirdest gravestone in Luxembourg-city - and maybe even in all Luxembourg.

It is the tomb of Ernest Derulle. Born in 1851 as member of a family that had specialized in organising journeys and advising emigrants. They started their travel agency in Nospelt and later moved to Luxembourg-city.
Ernest himself was also fascinated by travelling and visiting foreign countries. He lived in the USA for a while, worked as the USA consular agent in Luxembourg and in 1873 he even tried - in vain - to become an American citizen.
He died on December 13, 1912.

zondag 29 juni 2014

Rob Krier


Rob (Robert) Krier werd op 10 juni 1938 geboren in Grevenmacher.
Van 1959 tot 1964 studeerde hij architectuur aan de Technische Universiteit van München en daarna vestigde hij zich als architect. Daarnaast werkt hij als stadsplanoloog en beeldhouwer. Hij houdt zich vooral bezig met stedelijke planning en sanering. Zijn bureau, Krier en Kohl, gevestigd in Berlijn, heeft projecten uitgevoerd in Berlijn, Wenen en ook in Amsterdam. In die stad heeft hij onder meer het gebouw "Meander" (Kostverlorenhof - Westerpark, gebouwd tussen 1995 en 2006) ontworpen.

 

Rob Krier
Rob (Robert) Krier was born on June 10, 1938 in Grevenmacher. From 1959 till 1964 he studied architecture at the Technical University of Munchen, after which he worked not only as an architect, but also as urban designer and sculptor. He is a specialist in the field of urban development and renovation. His office, Krier and Kohl, established in Berlin, has realised projects in Berlin, Vienna and also in Amsterdam. In that city he has designed the building "Meander" (Kostverlorenhof - Westerpark), which was built between 1995 and 2006.

vrijdag 20 juni 2014

Jean Reiffers


Jean Reiffers werd in 1912 geboren in dit huis in Useldange. Hij was een van de zeven Luxemburgers die als vrijwilligers met de geallieerde troepen deelnamen aan D-day, een van de vijf die waren opgenomen in een commando van de Engelse marine en een van de vier in de Franse elitegroep die, onder leiding van de Fransman Philippe Kieffer, op 6 juni 1944, voet aan wal zette op het strand in Normandië. Nog diezelfde dag raakte hij zwaargewond.
Gelukkig herstelde hij van zijn verwondingen en kon hij veilig terugkeren naar Luxemburg. Hij stierf in 1993 in Brussel.

 

Jean Reiffers
Jean Reiggers was born in 1912 in this house in Useldange. He was one of the seven Luxembourgish volunteers who took part in D-day, one of the five who were members of a commando of the Royal British Marine and one of the four members of a French elite which, commanded by the Frenchman Philippe Kieffer, were among the the first to set foot on the Normandy beach on June 6, 1944. He was severely wounded that same day.
Luckily he revovered and returend safely to Luxembourg. He died in 1993 in Brussels.

donderdag 19 juni 2014

"A Post" in Asselborn


Rond 1505 werd het eerste postkoetsstation in Luxemburg gevestigd in Asselborn. Het huis "A Post" - tegenwoordig een restaurant - verwijst daar nog naar.
De eerste postmeester daar was Jakob van Hesbeck uit Hoffelt.

In 1504 had Philips de Schone, erfgenaam van de Habsburgers, een zekere Del Tasso uit Italië laten komen, die de eerste post- en reisverbindingen tussen de verschillende hoofdsteden in het rijk van Philips moest opzetten.
De man liet zich later "Tassis" noemen, wat uiteindelijk de basis werd voor het woord 'taxi'.

Bij besluit van 5 november 1701 bepaalde de (nieuwe) Spaanse koning Philippe van Anjou dat de postroute via Asselborn niet langer gebruikt zou worden voor de verbinding tussen Nederland en Wenen. Voortaan werd de route Trier-Wecker-Luxemburg-Steinfort-Attert-Malmaison-Flamisoulle gebruikt. Dit omdat in alle plaatsen langs die route Franse garnizoens gelegerd waren, wat een betere controle en bescherming garandeerde.

 

"A Post" in Asselborn
Around the year 1505 the first stagecoach station in Luxembourg opened in Asselborn. The house "A Post" - nowadays a restaurant and a museum - still refers to that fact.
The first postmaster in Asselborn was Jakob van Hesbeck from the nearby village of Hoffelt.

In 1504 Philip the Handsome, heir of the Habsburg familiy, asked a man called Del Tasso from Italy to come to his court, to set up the first post and travel routes between the capitals of Philip's kingdom.
The man later called himself "Tassis", which eventually developed into the word "taxi".

In a resolution of November 5, 1701, the new Spanish king Philip of Anou determined that the postal route over Asselborn was no longer to be used for the connection between Holland and Vienna. In future the route Trier-Wecker-Luxembourg-Steinfort-Attert-Malmaison-Flamisoulle was used. The decision was taken because French garnisons were present in all towns along the new route, which insured better surveillance and more safety.

woensdag 18 juni 2014

Kasteel Erpeldange


Oorspronkelijk was het kasteel van Erpeldange - tussen Diekirch en Ettelbruck - een waterburcht uit de 12e eeuw. Maar het is in de loop der eeuwen regelmatig verbouwd en opgeknapt.

Lange tijd was het slot eigendom van de Heren van Erpeldange, waarbij ook een aantal omringende dorpen hoorden.Van 1464 tot 1691 waren dat telgen uit de familie Gondersdorf, van 1691 tot 1840 was het kasteel in bezit van de familie Du Prei.
In 1840 kwam het in het bezit van de kerk van Erpeldange en diende het als - redelijk riante - pastoorswoning. Af en toe werden er ook kerkdiensten gehouden.
In 1882 ging het over in de handen van de Nederlandse familie Keun, die in ruil een nieuwe kerk met pastoorswoning liet bouwen en een kerkhof liet aanleggen.

In 1983 werd het kasteel gekocht door de Luxemburgse staat. Tegenwoordig dient het als gemeentehuis.

 

Erpeldange Castle
Originally Erpeldange Castle - between Diekirch and Ettelbruck - was a moat, built in the 12th century. But since then it has been restored and renewed several times.

For a long time the castle was owned by the Lords of Erpeldange, including a few surrounding villages. From 1464 until 1691 members of the Gondersdorf family owned it, from 1691 until 1840 the Du Prei family were the owners.
In 1840 the castle came into the posession of the Erpeldange church and became the - rather luxurious - clergy house. From time to time, church service were held in it.
In 1882 the castle was taken over by the Dutch Keun familiy, who returned the favour by building a new church, a clergy house and a cemetery.

In 1983 the castle was acquired by the Luxembourgish state. At present it is used as the town hall.

dinsdag 17 juni 2014

Het Maas-Moezelkanaal


In het begin van de 19e eeuw hadden zowel België als Luxemburg te lijden onder een economische crisis. Een van de oorzaken daarvan was het gebrek aan transportmogelijkheden. Vooral de Ardennen lagen nogal in de weg. Die waren alleen begaanbaar met paard en wagen. Er werd hard gezocht naar een oplossing - en men dacht die gevonden te hebben: transport per schip.

Er werd besloten tot de aanleg van een kanaal, helemaal van de Maas bij Luik tot aan Kautenbach, waarna de schepen door het uitdiepen van Wiltz en Sûre bij Wasserbillig de Moezel konden bereiken.
Het kanaal zou over een lengte van 2528 meter door een tunnel onder de Ardennen lopen. In 1827 werd daarom begonnen met de aanleg van zo'n tunnel. De bouw stond onder leiding van ingenieur en architect Louis Dagois (die ook o.a. de kerken van Ettelbruck en Mertert ontwierp). Aan de "Belgische" kant werd begonnen met een tunnel bij Buret, in Luxemburg gingen 400 arbeiders aan het werk bij Hoffelt.

De plannen werden echter doorkruist door de Belgische revolutie van 1830, waarna nieuwe grenzen werden vastgesteld - die dwars door het kanaal liepen. Het kanaal is er dan ook nooit gekomen. Pas in 1964 werd bij Hoffelt het begin van de tunnel dichtgemetseld.

 

The Meuse-Moselle canal
In the beginning of the 19th century both Belgium and Luxembourg had to deal with an economical crisis. One of the causes was the lack of transport possibilities, because the Ardennes were always an obstacle. Transport by horse and carriage was the only possibility. A solution was sought - and thought to be found: transport by ship.

A plan was made to make a canal, all the way from the Meuse near Liège to Kautenbach, where the ships could travel over the dredged Wiltz and Sauer to the Moselle near Wasserbillig.
Over a length of 2528 metres the canal had to run through a tunnel under the Ardennes. So in 1827 the building of a tunnel started. Engineer and archtitect Louis Dagois (who had also designed the churches of Ettelbruck and Mertert) was in charge. At the "Belgian" side, the tunnel started near Buret, in Luxembourg about 400 workmen started digging near Hoffelt.

But the project was barred by the Belgian Revolution of 1830, which led to new border that ran halfway the tunnel. So the canal was never finished. It took to 1964 to close the tunnel entrance in Hoffelt.

maandag 16 juni 2014

Onderwatergrot


Het spontaan ontspringen van riviertjes in de rotsspleten wekt al verbazing. Maar nog vreemder zijn de geheimzinnige krachten die de Sûre lijkt te hebben.

Bij Esch-sur-Sûre zijn in de loop der eeuwen ettelijke zwemmers spoorloos verdwenen. Verzwolgen door het water en nooit meer teruggevonden. Hun lichamen lijken voor altijd verdwenen.
De lokale bevolking vermoedt duistere krachten en zwijgt over de onverklaarbare verdwijningen. Er zijn maar drie gevallen schriftelijk vastgelegd; twee in de zomer van 1789 en een op 8 mei 1866. Er bestaan zelfs geen sagen en legenden rond dit duistere fenomeen.

Maar volgens geologen is er een logische verklaring. Waarschijnlijk bevindt zich onder het stadje een grot, met een open verbinding naar de Sûre. Het gat is niet zo groot dat er massa's water door verdwijnen, maar groot genoeg om een menselijk lichaam naar de grot te zuigen en daar voor altijd vast te houden.
Aan de oppervlakte van het water zijn tekenen zichtbaar die op zo'n onderwatergrot kunnen duiden. Vlak bij de oude brug wervelt het water met aanzienlijke snelheid in drie kringen. Altijd in beweging - en altijd gevaarlijk!

 

Underwater cavern
The spontaneous birth of rivers in the rocks is amazing. But even stranger are the mysterious powers the Sauer seem to have.

In Esch-sur-Sûre a number of swimmers have dissapeared without leaving a trace. Swallowed by the water and never found again. Their bodies seems to have dissapeared forerver.
The inhabitants suspect dark powers and refuse to talk about the unexplainable dissapearences. Just three cases have been documented in writing; two in the summer of 1789 and one on May 8, 1866. There aren't even any sagas or legends about this strange phenomenon.

But according to geogolists there is a logical explanation. It is likely that there is a underwater cave beneath the town, with a connection to the Sauer. The hole isn't big enough to make huges masses of water dissapear, but big enough to suck in a human body and keep it stuck in the cave forever.
At the surface, you can see signs that could prove the presence of an underwater cave. Near the old bridge, the water moves around in three circles. Always moving - and always dangerous!

zondag 15 juni 2014

Family of Man


In het kasteel van Clervaux kan de permanente foto-expositie "The Family of Man" bewonderd worden.
Hij is in 1955 samengesteld door de Luxemburgse fotograaf Edward John (Jean) Steichen, geboren op 27 maart 1879 in Alzingen, gestorven op 25 maart 1973 in West-Redding, Connetticut, VS. Toen hij 18 maanden oud was, emigreerden zijn ouders naar Amerika.
Hij werkte van 1947 tot 1962 vooral als mode- en portretfotograaf. Daarna was hij directeur van de foto-afdeling van het National Museum of Modern Art in New York.

De tentoonstelling werd in 1960 aan de Luxemburgse staat geschonken. Hij is gerestaureerd en sinds 1994 in het kasteel van Clervaux ondergebracht.
Hij bestaat uit 502 foto's van 273 fotografen. In 2003 werd hij door Unesco tot "Memory of the World" verklaard.

 

Family of Man
In Clervaux castle you can admire the permanent photo exhibition "The Family of Man". It was composed by the Luxembourgish photograper Edward John (Jean) Steichen, born on March 27, 1870 in Alzingen, deceised on March 25, 1973 in West-Redding, Conneticut, USA. When he was 18 month old, his parents emigrated to the USA.
He worked as a photograper, mostly fashion and portrait. Besides that, he was director of the photographical department of the National Museum of Modern Art in New York.

The exhibition was donated to the Luxembourgish state in 1960. It was restored en has found a home in Clervaux castle since 1994. It is a composition of 502 photos by 273 photographers. In 2003 it was listed as "Memory of the World" by Unesco.

zaterdag 14 juni 2014

Bron bij Hachiville


Als je leest en ziet op hoeveel plaatsen in Luxemburg water spontaan uit de rotsen stroomt, is het niet verwonderlijk dat het land zo groen is.

Ook bij Hachiville is zo'n bron. En waarschijnlijk is die er al eeuwenlang, want in de oudheid was hier, volgens de historici, een heidense cultusplaats, gewijd aan de godin Foecunda. En meestal ontstonden dergelijke plaatsen rondom een bron.

Rond het jaar 800 verbood keizer Karel de Grote de heidense gebruiken en liet er een christelijk bedevaartsoord van maken voor "Onze Lieve Vrouw van de geneeskrachtige bron". Volgens de overlevering was de bron vooral heilzaam voor zwangere vrouwen.
Tegenwoordig is de bron gewijd aan St. Thomas.

Het nabijgelegen dorp ("Helzen" in het Luxemburgs) ontleent zijn naam aan de bron. "Hachiville" is een verbastering van "Aquisvilla", wat zoveel als "waterlandgoed" betekent.

 

Spring near Hachiville
When you read and see in how many places in Luxembourg water comes flowing from the rocks, it isn't surprising it is such a green country.

Near Hachiville there is one of these many springs. And it probably has been there for ages, because in ancient times there used to be a pagan cult area, devoted to the godess Foecunda. And usually, places liked that developed near a spring.

Around the year 800, Emperor Charles the Great banned the pagan rituals and turned it into a christian place of pilgrimage, devoted to "Our Lady of the beneficial spring". According to tradition, the water was especially healthy for pregnant women.
Nowadays the spring is devoted to St. Thomas.

The name of nearby village (called "Helzen" in Luxembourgish) is derived from the spring. "Hachiville" comes from "Aquisvilla", which means "water estate").

vrijdag 13 juni 2014

Lijnvlucht LG9642 van Luxair


Op 6 december 2002 vertrok lijnvlucht LG9642/LH2420, een Fokker van Luxair van Berlin-Tempelhof naar vliegveld Findel bij Luxemburg-stad. Aan boord waren 19 passagiers en 3 bemanningsleden (piloot, co-piloot en stewardess).
Kort na 10 uur werd de landing ingezet, maar het vliegtuig stortte - zonder voorafgaande noodmelding - tussen Niederanven en Roodt-sur-Syre in een akker. Er vielen 20 doden; alleen de 26-jarige piloot en één Franse passagier overleefden de ramp.

Negen jaar later volgde een proces tegen de piloten, de directie van Luxair, de directeur van de technische afdeling en twee mecaniciens. Daaruit volgde de conclusie dat de ramp veroorzaakt was door een combinatie van fouten van de piloten en technische mankementen van het vliegtuig. De overlevende piloot werd op 27 maart 2012 veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf.

Ter herinnering aan de slachtoffers werd een monument geplaatst op de plek van de ramp.

 

Luxair flight LG9642
On December 6, 2002, flight LG9642/LH2420, a Luxair Fokker, took off at Berlin-Tempelhof, on its way to Findel Airport near Luxembourg-city. There were 19 passengers and three crew members on board (pilot, co-pilot and hostess).
Shortly after 10 am the aircraft prepared to land, but, without any emergency calls, it crashed in a filed between Niederanven and Roodt-sur-Syre. Twenty people died in the crash; the 26 years old pilot and one French passenger were the only survivors.

Nine years later, the pilot, the board of directors of Luxair, the director of the technical department and two mechanics had to appear before a judge. The conclusion was, that the disaster was caused by a combination of mistakes by the piolts and technical defects of the airplane. The surviving piolt was sentenced to a probational emprisonment on March 27, 2012.

In memory of the victims, a monument was erected at the location of the crash.

donderdag 12 juni 2014

Cactus


Cactus is de grootste Luxemburgse supermarktketen, opgericht door Paul Leesch in 1967. Het is een van de grootste particuliere werkgevers van het land; er werken ongeveer 4000 mensen.

In 1905 begon Joseph Leesch,de grootvader van Paul, een groothandel in levensmiddelen in Hollerich. In 1930 nam hij daarnaast een koffiebranderij in bedrijf.
In 1960 werd de eerste zelfbedieningswinkel geopend in Luxemburg-stad. Die werd in 1967 gevolgd door een supermarkt - naar Amerikaans model - in Bereldange. In 1974 werd ook een vestiging geopend in winkelcentrum La Belle Étoile in Bertrange.

De naam "Cactus" is ontleend aan het lied "Les Cactus" van Jacques Dutronc. De naam is gekozen, omdat hij in alle talen die in Luxemburg gebruikt worden, makkelijk uit te spreken is.

Natuurlijk heeft de supermarktketen tijdens de Europese en wereldkampioenschappen voetbal bijzondere acties. Vier jaar geleden kreeg je miniatuur-voetbalspelertjes uit het dierenrijk bij de boodschappen.

 

Cactus
Cactus is the largest supermarket chain in Luxembourg, founded by Paul Leesch in 1967. It is one of the most important private employers in the country, with about 4000 employees.

In 1905 Joseph Leesch, Paul's grandfather, opened a wholesale business in Hollerich. In 1930 he also started a coffee-roasting house.
In 1960 the first self service shop opened in Luxembourg-city. It was followed by a supermarket in American style in Bereldange. In 1974 a branch opened in La Belle Étoile, a shopping mall in Bertrange.

The name "Cactus" is derived from the song "Les Cactus" by Jaques Dutronc. It is chosen because it is easy to pronounce in all the languages that are used in Luxembourg.

Of course the supermarket chain has special actions during the European and World Soccer Championships. For years ago, you could get tiny soccerplayers from the animal world with your groceries.

woensdag 11 juni 2014

Lycée technique agricole


Op 3 maart 1880 werd een wet aangenomen, waardoor in Ettelbruck "voorlopig" een landbouwschool werd gevestigd. "Voorlopig", want het ging om een proef die na drie jaar geëvalueerd zou worden, waarna de regering op grond van het evaluatierapport nader zou besluiten. Voor de proefperiode kreeg Ettelbruck een jaarlijkse subsidie van 5000 frank.

Het was niet de eerste landbouwschool in Luxemburg. In 1856 was er een geopend in Echternach. Maar omdat de meeste boeren er weinig voor voelden om hun kinderen te laten studeren, was die niet rendabel - zo waren er in het schooljaar 1867/68 maar vier leerlingen. Die school werd dan ook weer gesloten.

In Ettelbruck bleek de landbouwschool wél een succes. Deze eerste beroepsopleiding mocht blijven en werd zelfs de "rijks"-landbouwschool.
Aanvankelijk was de school gevestigd in een voormalige brouwerij. In 1932 werd een nieuw gebouw in gebruik genomen, ontworpen door rijksarchitect Paul Wigreux.

Sinds 1979 heet de school officieel het "Lycée technique agricole". In 1980 meldde zich de eerste vrouwelijke leerling.
Omdat het gebouw inmiddels te klein is geworden, verhuist de school over een paar jaar naar een nieuw gebouw in Gilsdorf.

 

Lycée technique agricole
On March 3, 1880, a law was accepted which allowed the "provisional" establisment of a agricultural college in Ettelbruck. "Provisional", because it was an experiment, which was to be evaluated after three years; and then the government would take a definite decision, based on the evaluation reports. The city of Ettelbruck received a yearly susidy of 5000 Frank during the trial period. In 1856 one started in Echernach. But because most farmers were not so eager to send there children to college, it wasn't very profitable. In the year 1867/68, there were only vier students, and thas school was closed soon after.

But in Ettelbruck the college was successful. So the first professional education was allowed to continue - and even was appointed "state" agricultural college.
The first years, the school was established in a former brewery. In 1932 a new building was opened, designed by the state's architect Paul Wigreux.

Since 1979 the school is officially called "Lycée technique agricole". In 1980 the first female student was inscribed.
Because the present building has become too small, the school will move to a new building in Gilsdorf within a few years.

dinsdag 10 juni 2014

Op het nippertje


Wat valt er te vertellen over een superdeluxe kantoorgebouw in Luxemburg-stad? Tja, eigenlijk niets... Maar op de plek waar nu het gebouw "Pole Nord" staat, stond vroeger hotel Brosius. En daar was bijna de moderne geschiedenis van Luxemburg volkomen veranderd.

In hotel Brosius vergaderde op 10 november 1918 de "Aarbechter- a Bauererot" (Arbeiders- en Boerenraad - hoewel er niet één boer deel van uitmaakte).
Er was groeiende ontevredenheid over groothertogin Marie-Adelheid, vanwege haar Duitsgezindheid en haar bemoeienis met regeringszaken. Daarom wilde de raad haar afzetten en van Luxemburg een republiek maken - en meteen nog wat andere zaken regelen, zoals een achturige werkdag en deelname van de staat in grote bedrijven en de spoorwegen.
Ze legden hun eisen voor aan de regering en er kwam een compromis: Marie-Adelheid trad (gedwongen) af en Charlotte werd groothertogin. Daarmee ging de raad akkoord, zodat Luxemburg toch een groothertogdom is gebleven.

 

Close call
What can you tell about a luxurious office building in Luxembourg-city. Well, nothing, actually. But on the spot where you now find the offices of "Pole Nord", there used to be hotel Brosius. And there the modern history of Luxemburg was almost completely altered.

In hotel Brosius, the "Aarbechter- a Bauererot" (Council of Workmen and Farmers - although not even one farmer was a member) had a meeting on November 10, 1918.
They were more and more discontented with Grand-Duchess Marie-Adelheid, due to her pro-German attitude and her interference with government affairs. That's why the Council wanted to depose her and turn Luxembourg into a republic - and at the same time they wanted some other changes, like the introduction of the eight hourly working day and participation of the government with large enterprises and the railway company.

They presented their demands to the government, and it ended in a compromise. Marie-Adelheid was forced to resign and Charlotte became the new Grand-Duchess. The Council agreed to that, so Luxembourg stayed a Grand Duchy after all.

maandag 9 juni 2014

Gënzefest


Zoals de rode leeuw het symbool van Luxemburg is, zo is de brem het symbool van het noordelijke deel van het land. En sinds 1948 wordt dat symbool elk jaar geëerd - tijdens het "Gënzefest" in Wiltz, in het hart van de Ardennen. Met als hoogtepunt het fleurige en gezellige "bremcorso" op Pinkstermaandag. Met fanfares, verenigingen en natuurlijk fraai gemaakte praalwagens - versierd met heel veel brem.

Sluitstuk van de parade is de wagen met de bremkoningin van het jaar, omringd door haar hofdames. Een jaar lang mag zij Wiltz en de brem vertegenwoordigen tijdens allerlei festiviteiten.
En om een beeld te schetsen van de multiculturele bevolking van Luxemburg: de bremkoningin van 2014 heet Laura Czekanovicz, en haar hofdames zijn Hanna Batkic, Soraia Marins, Melissa van Dijk, Joana Schweig, Semira Becic en Laura Reisen.

 

Gënzefest
Like the red lion is the symbol of Luxembourg, the common broom is the symbol of the northern part of the country. And since 1948 that symbol is honoured every year - in the "Gënzefest" in Wiltz, in the centre of the Ardennes. With a colourful and vibrant "broom parade" on Whit Monday as its climax. With many bands, societies and of course wonderful floats, decorated with lots of broom.

At the end of the parade, the float with the broom queen of the year, surrounded by her ladies of honour, passes by. The next year she will represent Wiltz and the broom at many festivities.
To give an indication of the multicultural society in Luxembourg: the broom queen of 2014 is called Laura Czekanovicz, and her ladies of honour are Hanna Batkic, Soraia Marins, Melissa van Dijk, Joana Schweig, Semira Becic and Laura Reisen.

zondag 8 juni 2014

Rococo-paviljoen


In het kloosterpark in Echternach staat een klein paviljoen in rococostijl, dat in 1765 is gebouwd door Paul Mungenast. Tegenwoordig herbergt het een klein museum, waarin aandacht wordt besteed aan het kloostergebouw en de invloed die het heeft gehad op de Luxemburgse architectuur.

Paul Mungenast, geboren op 21 april 1735 in Echternach en daar op 11 juni 1797 gestorven, was een architect. Hij heeft onder meer ook de kerk in Mondorf-les-bains en kasteel Weilerbach ontworpen.

Het paviljoen ligt in de voormalige kloostertuin, die nu het stadspark van Echternach is.

 

Rococo Pavilion
In the park of the convent of Echternach, a small pavilion in rococo style was built in 1765 by Paul Mungenast.Nowadays it contains a small museum, in which you can find information about the convent and the influence of the Echternach abbey on the Luxembourgish architecture.

Paul Mungenast, who was born on April 21, 1735 in Echternach and died there on June 11, 1797 was an architect. He also designed the church in Mondorf-les-bains and the Weilerbach castle.


The pavilion is in the former abbey garden, which is now the municipal park.

zaterdag 7 juni 2014

St. Maximäin in Pintsch


De St. Maximäinkerk in Pintsch is een van de oudste parochiekerken in de Luxemburgse Ardennen. Voor het eerst is melding gemaakt van een kerk in de 8e eeuw. Die bestaat al lang niet meer, maar de huidige toren is waarschijnlijk die van de tweede kerk die op deze plaats gebouwd werd en stamt uit de 11e eeuw. De rest van de kerk is, nadat hij door een brand gedeeltelijk verwoest was, in 1738 opnieuw gebouwd. In 1879 werd het schip met twee ramen verlengd.

Het interieur van de St. Maximäin is tussen 1739 en 1744 gemaakt door schrijnwerker en beeldhouwer Jean-George Scholtus (1680-1754).
In het midden van het altaar staat een groot beeld van de patroon van de kerk, Maximinus van Trier.
Maximinus van Trier werd eind van de derde eeuw geboren bij Poitiers en stierf op 12 september 346 in diezelfde plaats. In 329 werd hij bisschop van Trier.

 

St. Maximäin in Pintsch
The St. Maximäin church in Pintsch is one of the oldest parish churches in the Luxembourgish Ardennes. The presence of a church in this place was first mentioned in the 8th century. The original church is long gone, but the present tower was probably part of the second church that was built and dates back to the 11th century. The nave of the church was rebuilt in 1738, after the former one was partly destroyed by fire. In 1879 the nave was extended with two more windows.

The interior of St. Maximäin was made between 1739 and 1744 by shriner and sculptor Jean-George Scholtus (1680-1754). In the centre of the altar a statue of the patron is placed, Maximin of Trier.
Maximin of Trier was born at the end of the third century in Poitiers and died there on September 12, 346. In 329 he became bishop of Trier.

vrijdag 6 juni 2014

Tumulus


In de buurt van Boevange-sur-Attert ligt de Helperknapp, een heuvel waarover niet alleen diverse sagen worden verteld, maar waar bovendien verschillende overblijfselen uit een ver verleden te vinden zijn. En waarschijnlijk is er een verband die twee feiten.

Een van de historische plekken is een Romeinse grafheuvel - een "tumulus", die volgens de archeologen uit de derde eeuw stamt. Hij heeft een diameter van 24 meter en was oorspronkelijk ongeveer zes of zeven meter hoog. Eromheen lag een muur van zandstenen, waarin een groot grafaltaar was ingebouwd, die diende als urnenkamer. Aan weerszijden van het altaar zijn offergaven gevonden, waaronder vazen met munten. In het midden van de heuvel stond een pilaar, waarop waarschijnlijk een beeld of een menhir heeft gestaan.

Bij de ontdekking, in 1969, bleek de grafheuvel al gedeeltelijk geplunderd en vernield. Bij de restauratie zijn alleen stenen gebruikt die ter plaatse gevonden werden. Daarmee zijn 18 meter van de ronde muur en een deel van het grafaltaar zo goed mogelijk hersteld.

 

Tumulus
The Helperknapp, a hill near Boevange-sur-Attert, isn't just surrounded by numerous legends, it is also a place where a lot of remains from old ages have been found.

One of the historical sites is a Roman burial mound - a "tumulus" - which, according to archeologists, dates back to the third century. It has a diameter of 24 meters and originally was about six or seven meters high. It was surrounded by a sandstone wall, in which a chamber tomb was created, containing urns. On both sides of the chamber, offerings to the dead have been found, such as vases filled with coins. In the centre of the mound had been a pillar, probably with a statue or a menhir on top.

When it was discovered, in 1969, the burial mound had already been partly plundered and damages. For its restoration, only stones thad were found at the site were used. Some 18 meters of the circular wall and a part of the chamber tomb have been restored.

donderdag 5 juni 2014

Ons Heemecht


Begin 1864 werd de "Allgemeine Luxemburger Musikverein" opgericht - die later de naam "Union Grand-Duc Adolphe" kreeg. De eerste directeur was Jean-Antoine Zinnen, die bevriend was met dichter Michel Lentz. Michel Lentz schreef de tekst van "Ons Heemecht", waarvoor Zinnen de muziek maakte. Dat werd in 1972 het volkslied van Luxemburg.

"Ons Heemecht" werd voor het eerst uitgevoerd op de eerste feestavond die de nieuwe muziekvereniging organiseerde. Dat was 5 juni 1864 in Ettelbruck - vandaag precies 150 jaar geleden.

Dit jaar wordt jubileum uitbundig gevierd.  Onder meer een uitvoering het volkslied op dezelfde plek en dezelfde datum als die eerste keer. 1300 scholieren, gekleed in de nationale kleuren van Luxemburg (rood-wit-lichtblauw), zongen vanochtend om tien uur op de Place Marie-Thérèse in Ettelbruck het volkslied.

 

Ons Heemecht
In the first months of 1864 the "Allgemeine Luxemburger Musikverein" was established, which later changed its name in "Union Grand-Duc Adolphe". The first director of the musical society was Jean-Antoine Zinnen, who was a friend op the poet Michel Lentz. Michel Lentz wrote the lyrics to "Ons Heemecht", and Zinnen wrote the music. Since 1972 it is the national hymn of Luxembourg.

"Ons Heemecht" was first performed on the first festive evening of the new musical society. That was on June 5, 1864 in Ettelbruck - exactly 150 years ago.

This year there are several festivites to celebrate this anniversary. One of them was a performance of the hymn at the same spot and on the same date as that first time. So this morning at ten, at the Place Marie-Thérèse in Ettelbruck, 1300 schoolchildren were singing the national hymn.

woensdag 4 juni 2014

Luxemburgse vlag(gen)


Luxemburg heeft twee officiële vlaggen. De originele vlag - de staatsvlag en oorlogsvlag - lijkt sterk op die van Nederland. Drie horizontale banen in rood-wit-blauw. Kleuren die zijn gebaseerd op het Luxemburgse wapen: de rode leeuw (roude Léiw) - het nationale symbool - op een achtergrond van witte en blauwe banen.
Gelukkig is het blauw van de Luxemburgse vlag anders dan dat van de Nederlandse. Waar het Nederlandse kobaltblauw pantonekleur PMS286 is, gebruikt Luxemburg het lichtere PMS299.

Hij werd voor het eerst gebruikt in 1845, werd in 1848 voor het eerst beschreven maar werd pas op 23 juni 1972 wettelijk vastgesteld.

En dan is er nog de Luxemburgse handelsvlag. Die toont de rode leeuw op een achtergrond van witte en blauwe banen, precies zoals het nationale wapen.
In 2007 diende Kamerlid Michel Wolter een wetsvoorstel in om voortaan de handelsvlag als nationale vlag in te voeren. Hoewel het voorstel door 80% van de bevolking werd gesteund, werd het door het parlement van tafel geveegd. Zoals Juncker destijds zei: "zolang ik premier ben, komt er géén nieuwe vlag!"
Maar inmiddels is Juncker geen premier meer, dus wie weet komt die nieuwe vlag - buitengewoon populair bij de Luxemburgers - er toch nog...

 

Luxembourgish flag(s)
Luxembourg has two official flags. The original flag - flag of the state and flag of war - looks a lot like the Dutch one. Three horizontal stripes in red, white and blue. These colours are based on the national coat of arms: the red lion (roude Léiw) - the nation symbol - on a background of white and blue stripes.
But of course it isn't exactly the identical to the Dutch flag. The Dutch blue is pantone 286c and the - lighter - Luxembourgish blue is pantone 299c.

The flag was first used in 1845, was first described in 1848, but it took to June 23, 1972 until it was officially adopted by law.

And then there is the Luxembourgish civil ensign. It shows the red lion on a background of white and blue stripes, exactly like the national coat of arms.
In 2007, MP Michel Wolter introduced a legislative proposition to replace the national flag by the civil ensign. Although the proposition was supported by 80% of the Luxembourgish population, it was rejected by the parliament. To quote Juncker: "as long as I am prime-minister, there will be no new flag!"
But presently Juncker is no longer the prime-minister, so may be the new flag - extremely popular with the Luxembourgers - will arrive after all...


dinsdag 3 juni 2014

Petrus en zijn kerk


In 1066 maakte de Engelse monnik Petrus een pelgrimstocht naar Rome. Vervolgens reisde hij met een aantal andere monniken door naar Useldange, om het door de kasteelheren in 1102 gevestigde prioraat over te nemen.
Onder leiding van Petrus bouwden ze er een klooster en een kerk met drie schepen.

Petrus bleef minstens 20 jaar in Useldange en verrichtte daar, volgens de overlevering, diverse wonderen. Zo wekte hij, op verzoek van een vrouw, haar gestorven man weer tot leven, zodat hij vergeving kon vragen voor zijn zonden. Dat deed de man, en drie dagen later stierf hij definitief. Ook gaan er verhalen dat Petrus tijdens zijn hoogmissen af en toe boven de grond zweefde.

In 1128 werd Petrus als prior naar een klooster in Frankrijk beroepen. Hij stierf in 1141.

 

Peter and his church
In 1066 the English monk Peter went on pilgrimage to Rome. From there, het traveled further to Useldange, with a couple of other monks, to take over the priorate the Lords of the castle had established there in 1102.
Coordinated by Peter, the monks built a convent and a church with three naves.

Peter stayed in Useldange for over 20 years and, according to tradition, he worked several miracles. He raised a man from death, for instance, because his wife asked him to, so her husband could pray for forgiveness for his sin. After his prayers, the man died again. There are also stories that Peter hovered above the floor during mass on several occasions.

In 1120 Peter was called to take over the priorship of a convent in France. He died in 1141.

maandag 2 juni 2014

Paul Eyschen


Paul Eyschen werd op 9 september 1841 geboren in Diekirch, als zoon van een minister. Hij studeerde rechten in Parijs en Bonn en vestigde zich in 1865 als advocaat in Luxemburg-stad.

Een jaar later werd hij gekozen in het parlement, daarna vertegenwoordigde hij Luxemburg als "chargé d'affaires bij de Duitse regering en van 1876 tot 1888 was hij minister voor Justitie.
In 1888 werd hij premier van Luxemburg en minister van Staat. Daarnaast was hij minister van Buitenlandse Zaken en vanaf 1896 ook nog minister van Landbouw. Al die functies bekleede hij tot aan zijn dood in 1915.

Hij was een liberaal politicus, die veel hervormingen doorvoerde en zich inzette voor uitbreiding van het kiesrecht. Ook beperkte hij de invloed van de kerk op het onderwijs.
In 1914 protesteerde hij scherp tegen de Duitse inval in het neutrale Luxemburg. Maar hij bleef zijn werk als premier zo goed mogelijk uitvoeren.
Hij stierf op 12 oktober 1915 in Luxemburg-stad.

 

Paul Eyschen
Paul Eyschen was born in Diekirch on September 9, 1841, as the son of a minister. Hij studied law in Paris and Bonn en in 1865 he opened a practice as a lawyer in Luxembourg-city.

A year later he was chosen to the Chamber of Deputies, later on he was appointed "Chargé d'Affaires" in Germany and from 1876 until 1888 he was Minister of Justice.
In 1888 he was appointed Prime Minister and Minister of the State. Besides that, he was Minister of Foreign Affaires and after 1896 also Minister of Agriculture. He kept al those positions until his death in 1915.

He was a liberal politicians, who introduced many changes and supported a general right to vote. He also restricted the influence of the church on the education system.
In 1914 he strongly protested against the German invasion in non-aligned Luxembourg, yet he tried to do his work as Prime Minister as well as was possible.
He died on October 12, 1915 in Luxembourg-city.

zondag 1 juni 2014

Drie nonnen op een ezel


Rondom de Quirinuskapel speelt zich een grappige legende af.
Drie nonnen die leden onder een huidziekte, gingen op pelgrimstocht naar Luxemburg om daar om genezing te bidden. In de buurt van de Quirinuskapel stegen ze af van hun ezel om met het bronwater hun dorst te lessen. Zodra ze er een slok van gedronken hadden, waren ze van hun kwaal genezen. Ze beloofden om als dank een standbeeld te plaatsen.
Toen ze bij het klooster in de stad aankwamen, zaten de zusters al aan de avondmaaltijd. Omdat ze bang waren voor straf wegens hun late aankomst, besloten ze de ogen van een van de drie te verbinden om een excuus voor hun late komst te hebben.

 

Three nuns on a donkey
A funny legend exists about the Quirin Chapel.
Three nuns, who suffered from a skin disease, went on a pelgrimage to Luxembourg and pray for healing. When they came to the Quirin Chapel, they dismounted their donkey to quench their thirst with water from the spring. As soon as they had taken a sip, their disease was cured. They promised to erect a statue to show their gratitude.
When they arrived in the convent in the city, they noticed the nuns had already starte dinner. They feared being punished for being late and decide to bandage the eyes of one of them, to have an excuse for there late arrival.