Karel de Grote (747 - 814) had een kasteel in Thionville, even over de grens, en verbleef regelmatig in Luxemburg. Hij had veel last van koortsaanvallen als gevolg van tuberculose. Reizen en jagen gaven hem wat afleiding.
Volgens een legende was hij op een warme voorjaarsdag op jacht op de helling van de Helperknapp. Hij kreeg dorst, en na lang zoeken vond hij halverwege de helling een bron - wat merkwaardig was, want meestal liggen dergelijke bronnen aan de voet van een berg.
Hij dronk wat water uit de bron en viel in slaap. Toen hij wakker werd dronk hij nog wat, sliep weer een poos en dronk daarna voor een derde keer uit de bron. Toen hij opstond en op weg ging naar zijn jachtgezelschap, bleken zijn koorts en klachten verdwenen.
De bron, die op 379 meter hoogte ligt, werd gewijd aan St. Willibrord. Elk jaar wordt op Tweede Pinksterdag een processie naar de bron - en de bijbehorende kapel - gehouden.
Helperknapp
Charlemagen (747-814) had a castle in Thionville, just across the border, and spent much time in Luxembourg. He suffered from fevers, caused by tuberculosis. Travelling and hunting offered some diversion.
A legend says he was hunting at the slopes of the Helperknapp, one warm day in spring. He was thirsty, and after a thorough search he discovered a water well halfway the slope - which was extraordinary, for springs were usually found at the foot of a mountain.
He drank some water from the well and fell asleep. When he woke up, he drank again, slept for a while and then took a third sip of water from the spring. When he got up to join his hunting companions, his fever and other symptoms had dissapeared.
The spring, situated at 379 meters above sea level, was dedicated to St. Willibrord. Every year, on Pentecoast Monday, a pilgrimage to the spring is organised.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten