vrijdag 28 februari 2014

D'Héichiewen


Bijna een eeuw lang waren de mijnbouw en de staalindustrie de kurk waarop de Luxemburgse economie dreef. Mijnen en hoogovens bepaalden het landschap van het zuiden, waar de bodem rijk was aan kostbare grondstoffen. In de topjaren - tussen 1920 in 1970 - waren er 40 hoogovens in bedrijf.
Maar na 1970 kwam er een eind aan de bloei, door een combinatie van een groeiend besef van de milieuvervuilende aspecten en de behoefte aan nieuwe productietechnieken. Een fusie tussen de grootste staalproducenten - Acelaria, Usinor en Arbed - kon het tij niet keren.

In 1997 werd de laatste hoogoven, "haute fourneau B" in Belval, stilgelegd. Op dat moment was al besloten dat "hoogoven A" bewaard zou blijven als symbool van een rijk verleden. Sinds 2000 is de ingewikkelde constructie een nationaal monument, ingeklemd tussen hypermoderne kantoorgebouwen, winkelcentra en torenflats van de universiteitswijk van Esch-sur-Alzette.


D'Héichiewen
For almost a century, mining and steel production were the pillars of the Luxembourgish economy. Mines and steel mills determined the scenery in the south, which was full of mineral resources. In the peak years - between 1920 and 1970 - fourty steel milles were in operation.
But after 1970, the prosperity decreased, due to a combination of a growing notion of the pollution and the need of new production methods. A merger of the three most important steel producers - Acelaria, Usinor and Arbed - couldn't prevent the decline.

In 1997 the last steel mill, "haute fourneau B" in Belval, closed down. At that time it was already decided to preserve "steel mill A" as a symbol of the rich past. Since 2000, the complicated construction is a national monument, surrounded by the modern office buildings, shopping centres and skyscrapers of the university quarters of Esch-sur-Alzette.

donderdag 27 februari 2014

Chapelle St. Quirin


De meeste toeristen die vanaf het station van Luxemburg-stad naar de bezienswaardigheden in het oude centrum wandelen, passeren zonder het te weten een van de vele onbekendere schatten van de hoofdstad. Vlak naast het viaduct over de Pétrusse-vallei ligt een verscholen kerkje, uitgehouwen in de rotsachtige helling. Waarschijnlijk dateert de Chapelle St. Quirin uit de Romeinse periode, maar zeker is dat hij in de 11e eeuw al als kerk werd gebruikt. De merkwaardige plek van de kapel hangt samen met een natuurlijke waterbron die hier in een ver verleden werd ontdekt en waaraan een geneeskrachtige werking werd toegeschreven. De kapel is gewijd aan St. Quirinus, een van de beschermheiligen van de stad Luxemburg.
De kapel is in de 19e eeuw gerestaureerd, waarbij onder meer de toren werd toegevoegd.


St. Quirin chapel
Most tourist who walk from the railway station in Luxembourg-city to the points of interest in the old city centre, unknowingly pass one of the many hidden treasures of the capital. Next to the viaduct over the Pétrusse-valley there is an inconspicuous little church, cleft from the rocks of the slope. The St. Quirin chapel is believed to date back to the Roman period, but it is certain that is was already used as a church in the 11th century. The curious location of the chapel is related to a natural spring nearby, which was believed to have healing capacities. The chapel is dedicated to St. Quirin, one of the patrons of Luxembourg-city.
The tower was added during a restoration in the 19th century.

woensdag 26 februari 2014

Mudec


John E. Dolibois werd op 4 december 1918 geboren in Luxemburg-Bonnevoi. In 1931 emigreerde hij naar de Verenigde Staten, waar hij aan de universiteit van Miami studeerde. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte hij bij de Amerikaanse geheime dienst en later was hij een van de ondervragers het Neurenberg-proces. Na zijn terugkeer in de VS werkte hij bij de universiteit van Miami, waar hij onder meer een uitwisselingsprogramma voor studenten uit Amerika en Luxemburg opzette. Dat leidde tot een 'dependance' van de universiteit in Differdange, met een campus in het plaatselijke kasteel: het "Miami University Dolibois European Centre", kortweg Mudec.
In oktober van dit jaar viert het Mudec zijn 45-jarig bestaan.

Dolibois was ook van 1981 tot 1985 Amerikaans ambassadeur in Luxemburg. Hij stierf op 2 mei 2014.



Mudec
John E. Dolibois was born on December 4, 1918 in Luxembourg-Bonnevoi. In 1931 he emigrated to the USA, where he graduated at Miami University. During World War II he joined the American Secret Service and later he was one of the interrogators during the Nuremberg Trials. After returning tot the United States he worked at Miami University and started a student exchange program between Miami and Luxembourg. In Differdange castle a foreign campus was created: the "Miami University Dolibois European Centre", or Mudec.
In October 2014 the Mudec will celebrate its 45th anniversary.

Dolibois also was US ambassador in Luxembourg from 1981 till 1985. He died May 2, 2014.

dinsdag 25 februari 2014

Lancaster-monument


Tussen 23 en 1 uur in de nacht van 12 op 13 augustus 1944, midden in het Ardennenoffensief, werden twee Engelse Lancaster-toestellen neergeschoten in de buurt van de grens tussen Luxemburg en België. Daarbij kwamen dertien soldaten, afkomstig uit Engeland, Nieuw-Zeeland en Canada, om het leven. Een veertiende bemanningslid werd door de Duitsers gevangen genomen..

Zestig jaar later, op 14 augustus 2004, werd een monument geplaatst "ter ere van de dertien jonge soldaten die hun leven gaven voor onze vrijheid", aldus de tekst op het informatiebord. Het monument wordt gevormd door een symbolische vliegtuigvleugel, gedragen door drie masten die de drie betrokken landen vertegenwoordigen.
Dit is de enige plek in Luxemburg waar oorlogsslachtoffers uit Nieuw-Zeeland worden herdacht.


Lancaster Memorial
Between 23:00 and 01:00 in the night from 12th to 13th August, during the Ardennen Offensive, two English Lancaster bombers were shot down near the Luxembourg-Belgium border. Thirteen members of the crew, originating from England, New-Zealand and Canada were killed. A fourteenth soldier was arrested by the Germans.

Sixty years later, on August 14, 2004, a memorial was installed "in honour to the young soldiers who lost their lives for our liberty", according to the information sign. The monument consists of a symbolic airplane wing, resting on three mast, representing the three nations.


This is the only place in Luxembourg where victims from New-Zealand are honoured.

maandag 24 februari 2014

Maison Lassner



Maison Lassner was eén van de oudste en meest vooraanstaande winkels van Luxemburg. In 1860 opende Adolphe Lassner, een porseleinschilder uit Pruisen (1832-1878) een luxueuze zaak in glas en porselein aan de Place Guillaume II in Luxemburg-stad in een reusachtig en imposant hoekpand. In 1905 werd het aanbod uitgebreid met speelgoed, cadeaus en huishoudelijke artikelen. Na zijn dood werd het bedrijf voortgezet door zijn weduwe.
Maar na ruim anderhalve eeuw kwam er een eind aan de bloeiperiode van de winkel en in 1960 werd de zaak gesloten. Het pand bleef bestaan en werd in 2007 volledig in de 

oorspronkelijke stijl gerestaureerd.

Maison Lassner
Maison Lassner was one of the oldest and most distinguishes shops in Luxembourg. In 1860 Adolphe Lassner, a porcelain painter from Prussia (1832-1878) opened a luxurious shop in glass and china at the Place Guillaume II in Luxembourg-city, in a gigantic and impressive building. In 1905 toys, gifts and household appliances. When Adolphe died, the business was carried on by his widow.
But after more than a century the prospering years came to an end and the shop closed in 1960. The building remained and was completely restored in its original style in 2007.

zondag 23 februari 2014

Brasserie Nationale


Dit gebouw lijkt misschien bescheiden, maar het is onderdeel van een gigantisch complex. De Brasserie Nationale in Bascharage is de grootste bierbrouwerij van Luxemburg. Hij is in 1975 ontstaan door een fusie van Brasserie Bofferding - in 1842 opgericht door Jean-Baptiste Bofferding - en Brasserie Funck-Bricher - opgericht in 1764.
In 2005 werd nóg een brouwerij opgekocht, Brasserie Battin (opgericht in 1937) en in datzelfde jaar werd de productie van de Battin-bieren verplaatst van Esch-sur-Alzette naar Bascharage.

Bofferding is "het" Luxemburgse bier bij uitstek. Samen met de Diekirch-bieren zijn de Bofferding-pils en het "Hausbéier" (huisbier) enorm populair. Daarnaast produceert de brouwerij twee seizoensbieren: Bofferding Christmas (donker bier, alleen in december verkrijgbaar) en Bofferding Fréijoersbéier (ongefilterd bier, alleen verkrijgbaar in het voorjaar).



Brasserie Nationale
This building may look modest, but it is part of an enormous complex. The Brasserie Nationale in Bascharage is the largest brewery in Luxembourg. It was based in 1975, after the merging of Brasserie Bofferding - founded in 1842 by Jean-Baptiste Bofferding - en Brasserie Funck-Bricher, founded in 1764. In 2005 another brewery was bought, Brasserie Battin, and the production of the Battin beers was moved from Esch-sur-Alzette to Bascharage.

Bofferding is the best known beer of Luxembourg. Together with the Diekirch beers, the Bofferding lager and the "Hausbéier" (house brand) are extremely popular. The brewery also produces two special beerd: Bofferding Christmas (dark beer, sold only in December) and Bofferding Fréijoersbéier (unfiltered lager, sold only in spring).

zaterdag 22 februari 2014

André Duchscher


Alweer een plaquette op een geboortehuis...

André Duchscher werd op 19 november 1840 in Esch-sur-Sûre geboren. In 1873 richtte hij, samen met C.M. Spoo, in Wecker een fabriek voor landbouwmachines op. Daarbij toonde hij als grootindustrieel een - zeker voor die tijd - bijzonder sociaal gezicht. In 1875 opende hij een spaarbank voor zijn arbeiders, in 1885 stelde hij een ongevalsverzekering in, in 1892 stichtte hij een ziekenfonds en in 1898 kwam daar ook nog een arbeidsongeschiktheidsfonds bij. Bovendien liet hij vanaf 1890 huizen bouwen voor zijn werknemers.

Naast zijn werk als fabrieksdirecteur, schreef hij blijspelen en komedies in het dialect van Echternach en omstreken.
Hij stierf op 17 januari 1911 in Wecker.



Andre Duchscher
Another sign on a house of birth...

André Duchscher was born on November 19, 1840, in Esch-sur-Sûre. In 1873 he founded, together with C.M. Spoo, a factory for farming equipment in Wecker. As factory director he had a very social attitude. In 1875 he started a saving bank for his workers, in 1885 he introduced an accident insurance, in 1892 a sick fund and in 1898 he added a disablement insurances. Besides that, he built houses for his employees.

Besides being a factory director, he also wrote theatre comedies in the Echternach dialect.
He died on January 17, 1911, in Wecker.

vrijdag 21 februari 2014

De intkpot


Heischtergronn (Heiderscheidergrund) is een dorpje van niks: twee kleine straatjes met 60 bewoners en even verderop drie campings aan de Sûre. Maar daartussenin ligt een uniek kerkje.

De kapel van St. Kunigunde is gebouwd tussen 1848 en 1852. Het is enige achthoekige kerk in Luxemburg. Vanwege die bijzondere vorm is hij in het hele land bekend als "de inktpot". Bij het Ardennenoffensief werd de kapel zwaar beschadigd, in 1949 is hij gedeeltelijk gerestaureerd. Nadat hij in 1991 werd aangewezen als nationaal monument is hij van binnen en van buiten grondig opgeknapt.

Kunigunde van Luxemburg (978-1039) was dankzij haar huwelijk met Hendrik II, vanaf 1002 koningin van Duitsland en vervolgens tot 1025 keizerin van het Heilige Roomse Rijk. Na de dood van haar man trok ze zich terug in het klooster van Kaufungen.
Ze werd in 1200 heilig verklaard en is beschermheilige van Luxemburg.

In juli wordt het Celsus-feest in de kapel gevierd, waarbij paarden, tractoren, auto's en fietsen door de dienstdoende pastoor gezegend worden.


The inkpot
Heischtergronn (Heiderscheidergrund) is an unpretentious village: two streets with about 60 inhabitants and a bit further down the road three campingsites alongside the Sauer. But in between you can find a unique church.

The chapel of St. Kunigunde was built between 1848 and 1852. It is the only octognal church in Luxembourg. Because of its unusual shape the Luxembourgers call it "the inkpot". Seriously damages during the Ardennen offensive, it was partly restored in 1949. When it became a national monument in 1991, it was thoroughly restored.

Thanks to her marriage with Henry II, Kunigunde of Luxembourg (978-1039) became the queen of Germany in 1002 and later on empress of the Holy Roman Empire until 1025. After the death of her husband, she retires to Kaufingen Abbey.
She was canonised in 1200 and is the patroness of Luxembourg.

Every year in July the Celsus-holiday is celebrated in the chapel, during which horses, tractors, cars and bicycles are blessed by the pastor of the church.

donderdag 20 februari 2014

Sint Nepomuk



Johannes van Nepomuk werd tussen 1340 en 1350 geboren in Pomuk, een dorpje in de Bohemen. Na zijn studie in Praag en Padua werd hij in 1380 pastoor van de Sint-Gallusparochie in Praag. De bescheiden en streng gelovige geestelijke werd in 1387 vicaris-generaal van de Praagse aartsbisschop en trok de aandacht van Wenceslaus IV, koning van Bohemen. De koning bood Johannes een ambt bij het hof aan. Toen die weigerde, werd Wenceslaus woedend en liet hem op 20 maart 1393 arresteren. Nog diezelfde nacht werd Johannes, na gruwelijke folteringen, in de Moldau gegooid, waar hij verdronk.

Volgens de legende kwam zijn lichaam de volgende nacht bovendrijven, omgeven door vijf blinkende sterren. Inwoners van Praag herkenden de priester en duizenden aanhangers droegen zijn lichaam naar de Domkerk. Hoewel Wenceslaus beval dat Johannes op een onbekende plek begraven moest worden, werd zijn lichaam ook daar ontdekt en alsnog begraven in de Domkerk.
Johannes werd in 1729 heilig verklaard. Als beschermheilige van - onder meer - bruggen en bruggenbouers, staan beelden van hem vaak op of bij een brug.

 


Saint Nepomuk
John of Nepomuk was born between 1340 en 1350 in Pomuk, a small towen in Bohemia. After studying in Prague en Padua, he became pastor at the St. Gallus parish in Prague in 1380. The modest and pious priest became the vicar-general of the archbishop of Prague and draw the attention of Wenceslaus IV, king of Bohemia. The king offered John a position at his court. When he refused the job, Wenceslaus was furious and had hum arrested on March 20, 1393. That same night, after herific tortures, John was thrown into the Vitava and drowned.

Legends tell that the next morning his body was floating on the river, surrounded by five sparkling stars. Inhabitants of Prague recognized the priest and thousands of people carried his body to the cathedral. Although Wenceslaus ordered he was to be buried at an unknown place, his body was discoverd and reburied in the cathedral after all.

In 1729 John was canonized. Since he is patron of, among others, bridges and bridge builders, his statues are often on of near a bridge.

woensdag 19 februari 2014

Peter en Paul-kerk


Echternach heeft niet alleen een basiliek, maar daarnaast ook nog een 'gewone' kerk. De Peter en Paul kerk is gebouwd op de restanten van een oude romeins kasteel. Waarschijnlijk stond hier rond de vijfde eeuw al een klein klooster, dat deel uitmaakte van de schenking van Irmina van Oeren aan Willibrord. De kerk zelf dateert uit de tiende eeuw en staat bekend als de oudste christelijke kerk in Luxemburg. Het stevige en solide gebouw vermengt romeinse, merovingische en gothische stijlen, mede dankzij de verbouwing in 1840.

Peter and Paul church
Besided the basilica, Echternach also has a 'simple' parish church. The Peter and Paul church was built on the remains of an old roman castle. Probably there was a small abbey here in the fifth century, which was included in the gift from Irmina of Oeren to Willibrord. The present church dates from the 10th century and is believe to be the oldest christian sanctury of Luxembourg. The solid and imposing building shows a mix of roman, merovingian and gothic styles, thanks to several renovations and additions up till 1840.


dinsdag 18 februari 2014

Strand Buergfried


Aan het "Lac de la Haute-Sûre" bij Burfelt, ligt een klein en rustig strandje. Je kunt je nauwelijks voorstellen dat dit bescheiden "Strand Buergfried" in Luxemburg jarenlang voor nationale opwinding heeft gezorgd.

Madeleine Frieden-Kinnen werd in 1967 de eerste vrouwelijke minister van Luxemburg. Niet iedereen was daar enthousiast over. In 1969 publiceerde het Tageblatt, een van de grootste Luxemburgse kranten, een uitgebreid artikel waarin werd beschreven hoe de politica in een witte bikini op strand Buergfried zou zijn gesignaleerd, in het bijzijn van twee "homoseksuele nudisten".
De minister diende een klacht in tegen de krant en na twee jaar procederen werd de hoofdredacteur, Jacques Poos, veroordeeld tot drie jaar voorwaardelijk en het verbod om de eerstkomende tien jaar zijn beroep uit te oefenen. Maar toen de betreffende jongemannen, na een aanklacht van Poos, in 1972 tot drie maanden werden veroordeeld wegens meineed, moest Frieden alsnog aftreden.

De affaire had haar zo aangegrepen, dat ze zich volledig terugtrok uit het openbare leven en in Afrika als ontwikkelingswerker aan de slag ging. Na haar dood, in februari 1999, werd in het parlement een brief van haar voorgelezen, waarin ze nogmaals haar onschuld benadrukte.


Buergfried beach
There is a small and quiet beach along the "Lac de la Haute-Sûre", near Burfelt. It is hard to believe that this modest "Buergfried Beach" has caused several years of national turmoil in Luxembourg.

In 1967 Madelein Frieden-Kinnen became the first female minister in Luxembourg. But not everyone applauded that. In 1969 the Tageblatt, on of the biggest newspapers, published a front page article which described how the politician allegedly was seen at Buergfried Beach, wearing a white bikini and accompanied by two "homosexual nudists".
The minister filed charges against the newspaper and after two years in court the editor in chief, Jacques Poos, was sentenced to three years on probation and the prohibition to work as a chief editor for ten years. But when the two young "nudists" were sentenced to three months in prison for perjory in 1972, Frieden was forced to resign after all.

Suffering under the affair, she completely withdraw from public life and left for Africka to work as a volunteer. After her death, in 1999, a letter from her was recited in parliament, stating her innocence.

maandag 17 februari 2014

Rosport


Rosport is een stadje in het oosten van Luxemburg. Eigenlijk helemaal niets bijzonders. Toch kent iedere Luxemburger - en misschien ook wel een verdwaalde buitenlander - de naam van het plaatsje.

Dat is allemaal te danken aan Michel Lucius (09.12.1876 - 13.04.1961).Een leergierig man, die niet alleen botanie en zoölogie studeerde, maar ook geologie. In 1933 kreeg hij van de Luxemburgse regering de opdracht om een geologische kaart van het groothertogdom te maken, die in 1950 voltooid was. Daarnaast hield hij zich bezig met de watervoorziening van het land.
In 1955 vroeg de familie Bofferding uit Rosport hem om boringen op hun landgoed uit te voeren. Daarbij stuitte hij op een ondergrondse mineraalwaterbron, die vanaf 1959 geëxploiteerd wordt.
Het koolzuurvrije water wordt verkocht onder de naam "Viva", het koolzuurhoudende water draagt de naam van het stadje, "Rosport blue".


Rosport
Rosport is a town in the east of Luxembourg. There isn't really anything remarkable about it. And yet every Luxembourger - and perhaps even an odd foreigner - knows the name.

Responsable for that fact is Michel Lucius (09.12.1876 - 13.04.1961). An inquisitive man, who wasn't only a botanist and a zoologist, but also a geologist. In 1933 the Luxembourg government asked him to develop a geological map of the grand duchy, which was completed in 1950. Besides that he worked on the water supply of the country.

In 1955 the Bofferding family from Rosport asked him to perform borings on there estate. He found a underground mineral spring, which has been exploited since 1959.
The plain water is sold under the name of "Viva", the carbonated water bears the name of the town, "Rosport blue".

zondag 16 februari 2014

Meelmagazijn bij de Hiel


Bij het verstevigen van de verdedigingswerken van Luxemburg, dacht Vauban verder dan alleen aan forten, torens en grachten. Ook de bijbehorende infrastructuur was onmisbaar wist hij. Zo bouwde hij ook voldoende barakken voor de soldaten, een militair ziekenhuis in Pfaffenthal en diverse opslagplaatsen voor zowel kruit als etenswaren.

Oorspronkelijk was dit meelmagazijn bij Fort Grünewald, op de helling van de Hiel, een simpele houten constructie. In 1733 werd het door de Oostenrijkers verbouwd , die beseften dat het meel - bewaard in houten vaten - in een stenen gebouw beter beschermd zou zijn tegen vocht en ongedierte. De huidige voorgevel, met de boogvormige dichte "ramen" is waarschijnlijk pas halverwege de 19e eeuw gebouwd.



Flour depot at Hiel
During the fortification of Luxembourg's defences, Vauban didn't stick to forts, towers and moats. He realised a strong infrastructure was indispensable as well. So he also built sufficient baraks for the soldiers, a military hospital in Pfaffenthal and several storage rooms for gunpowder and food.

Originally this flour depot near Fort Grünewald, on the slope of the Hiel, was a simple wooden construction. It was renovated by the Austrians in 1733, because they understood the flour - which was stored in wooden barrels - would be better protected from humidity and vermin in a stone building. The present front, with the arched blind "windows" was probably built around 1850.

zaterdag 15 februari 2014

Laagste punt


De inwoners van Wasserbillig moeten altijd klimmen als ze hun woonplaats verlaten. In dit stadje, daar waar de Sûre uitmondt in de Moezel, bevindt zich namelijk het laagste punt van Luxemburg. Anders dan bij de hoogste berg bestaat daar geen enkele twijfel over. Maar dat geldt dan weer niet voor de precieze hoogte. De "officiële" meldingen variëren van 129 tot 133 boven zeeniveau. Van zout water heeft men dus niets te vrezen. Maar bij langdurige regenval, vooral in herfst en lente, willen zowel de Sûre als de Moezel nog wel eens voor wateroverlast zorgen. Al zullen de zwanen, ganzen en eenden al dat water alleen maar op prijs stellen...

Lowest point
The inhabitants of Wasserbillig always have to climb whenever they leave their home town. Because here, where the Sauer flows into the Moselle, is the lowest point of Luxembourg. Other than with the highest point, there is no doubt about that. However, that doesn't apply to the exact level. "Official" reports vary from 129 to 133 metres above sea level. So salty water is certainly no threat. But after heavy rains, especially in autumn and spring, both the Sauer and the Moselle can cause floods. Although the swans, geese and ducks would only appreciate the water surplus...

vrijdag 14 februari 2014

Superjhemp



De grootste volksheld van Luxemburg is Superjhemp. Sinds 1988 heeft hij het land al bijna dertig keer van een alles verwoestende ramp gered.

Superjhemp is de creatie van Lucien Czuga (tekst) en Roger Leiner (tekeningen). Met de Amerikaanse held Superman als inspiratie, bedachten zij de bescheiden rijksambtenaar Charel Kuddel. Ooit is Kuddel zomaar uit de lucht komen vallen en terecht gekomen op de boerderij van Jhemp Kuddel in het dorpje "Heihatechnachnidebauchwéi" in "Luxusbuerg". Zijn pleegouders doopten hem met "Kachkéis" (smeltkaas), een typisch Luxemburgse lekkernij waar Charles zijn leven lang dol op blijft. Het toeval wil dat diezelfde Kachkéis hem bovennatuurlijke krachten geeft, die hem in staat stellen elke snoodaard die het voorzien heeft op Luxusbuerg te verslaan.

De strip verschijnt sinds november 1988 in het weekblad Revue. Daarnaast zijn er inmiddels 30 albums met lange verhalen verschenen. De avonturen van Superjhemp - uiteraard in het Luxemburgs - bevatten tal van knipoogjes naar de politiek, de maatschappij en de opvallende karaktertrekjes van de Luxemburgers.



Superjhemp
Luxembourg's most popular hero is Superjhemp, who has saved the country from disaster about thirty times since 1988.

Superjhemp is the creation of Lucien Czuga (text) en Rober Leiner (drawings). Inspired by the American Suoerman, they invented the modest public servant Charel Kuddel, who fell from heaven one day and landed at Jhemp Kuddel's farm in the small village of "Heihatechnachnidebauchwéi" in "Luxusbuerg". His adoptive parents baptised him with "Kachkéis" (cancoillote), a typically Luxembourgish dish and Charel's favorite snack. As it happens, eating Kachkéis gives him superhuman powers that enable him to beat any villain who wants to destroy Luxusbuerg.

The comics appear in the weekly magazine Revue since november 1988. Apart from that, 30 books with longer stories have been published. The adventures of Superjhemp - written in Luxembourgish of course - contain many tonge-in-cheek references to Luxembourg's politics, social life and national charictaristics.

donderdag 13 februari 2014

Gabriel Jonas Ferdinand Lippmann


In een rustige wijk van Luxemburg-stad, achter het station, staat het geboortehuis van alweer een Luxemburger waar het land trots op is. Ook al was er weinig Luxemburgs meer aan op het moment dat hij beroemd werd.
Gabriel Jonas Ferdinand Lippmann werd op 16 augustus 1845 in dit huis geboren. Maar al drie jaar later verhuisde hij met zijn ouders naar Parijs, waar hij er niet in slaagde zijn onderwijzersdiploma te halen, maar wel een natuurkunde studie succesvol afsloot. Na een verdere studie in Heidelberg, werd hij in 1878 professor aan de Sorbonne.

Zijn specialiteiten waren elektriciteit en fotografie. In 1886 ontwikkelde hij een theorie voor het maken van kleurenfoto's, die hij in 1893 voor het eerst met succes toepaste. Dankzij dit "Lippmannproces" werd hij in 1909 de eerste Luxemburger die een Nobelprijs kreeg.
De plaquette aan zijn geboortehuis werd in 1942 door de nazi's verwijderd vanwege zijn Joodse afkomst. In 1984 is een nieuwe plaquette aangebracht.

Lippmann stierf aan boord van een schip op de Atlantische Oceaan, op de terugreis van een bezoek aan Amerika, op 13 juli 1921.


Gabriel Jonas Ferdinand Lippmann
In a quiet neighbourhood of Luxembourg-city, at the backside of the railwaystation, you can find the house of birth of yet another Luxembourger the country is proud of. Although his Luxembourg past was far behind him when he became famous.
Gabriel Jonas Ferdinand Lippmann was born in this house on August 16, 1845. But he moved to Paris with his parents at the early age of three. He failed the examination to become a teacher, but successfully ended a study of phyics. After further education in Heidelberg, Germany, he became professor at the Sorbonne in 1878.

He specialized in electricity and photography. In 1886 he developed a theory for the production of full colour pictures, which he successfully put to practice in 1893. Thanks to this "Lippmannprocess" he became the first Luxembourgish Nobel laureate in 1909.
The plaque at his house of birth was removed by the nazis in 1942, because of his Jewish ancestry. The new plaque was placed in 1984.

Lippmann died aboard a ship on the Atlantic Ocean, returning home after a visit to the USA, on July 13, 1921.

woensdag 12 februari 2014

Hollandse windmolen


Als je in Luxemburg iets leest over een "moulin", kan het van alles betekenen. Een oude fabriek, een watermolen, een waterval...
Maar de "moulin" in Wiltz is een echte Hollandse windmolen. Althans, de romp ervan - dat is alles wat er van over is.

In 1766 besloten Petrus Meyer, Nicolas Hobscheid en Michel Servais een molen in Wiltz te bouwen, gebaseerd op de Nederlandse constructies, met een ronde basis van steen en een draaibare kap.
De molen werd korte tijd gebruikt voor het malen van eikenbast, dat werd gebruikt voor het leerlooien.
Maar al in 1824 werd de molen verkocht. Daarna deed hij nog even dienst als wolspinnerij, maar uiteindelijk werd hij vooral gebruikt als opslagruimte voor landbouwmateriaal.

In 1874 brandde de molen tot de grond toe af. In 1959 (en nog een keer in 1988) werd hij deels gerestaureerd. De basis werd in ere hersteld, maar de kap met de wieken werd vervangen door een puntdak.
Tegenwoordig wordt de molen nog steeds gebruikt als schuur.


Dutch windmill
When you read the wordt "moulin" in Luxembourg, it can mean a lot of different things. An old factory, a water mill, waterfalls... But the "moulin" in Wiltz is a real Dutch windmill. Or rather, just the base - all that is left.

In 1766 Petrus Meyer, Nicolas Hobscheid and Michel Servais decided to build a mill in Wiltz, based on the well known Dutch constructions; a round base, made of stone, and a rotatable top.
for a short period the mill was used for the grinding of oak bark, which was used for tanning leather. But in 1824 it was sold. It served as a woollen mill for a few years, but in the end it was basically used for the storage of farming materials.

In 1874 the mill was completely destroyed by fire. In 1959 (and again in 1988) it was partly restored. The base was rebuilt, but the top and the sails were replaced by a pointed roof.
Nowadays the mill is still being used as a shed.

dinsdag 11 februari 2014

Péiter Onrou


Midden in Luxemburg-stad, half verscholen in de helling van de Crispinusrots, is een grot ingericht als graf met een liggende christusfiguur. Deze "Péiter Onrou" (Peter Onrust) schijnt gebaseerd op een oud bijgeloof. Als een vrouw door een ontrouwe man of vriend verlaten werd, stak ze bij zo'n kleine tempel een kaarsje aan waarin ze een naald had gestoken. Als de vlam de naald bereikte, voelde de overspelige een steek in zijn hart, die hem bewust maakte van zijn fout en hem terug in de armen van zijn ware liefde dreef. De naam "Onrust" verwijst daarbij naar de gevoelens die hem bekropen op het moment dat zijn geweten begon te knagen.

De naam van de Crispinusrots komt van Sint Crispinus, de patroonheilige van de schoenmakers en leerlooiers.


Péiter Onrou
In the middle of Luxembourg-city, hidden in de slope of the Crispinrock, you can find a small cave with the statue of the buried Christ. This "Péiter Onrou" (Peter Turmoil) seems to be based on an ancient superstition. When a woman was left by her unfaithful husband or boyfriend, she would visit such a holy place and light a candle with a needle stuck in it. When the flame reached the needle, the adulteror would feel a sting in his heart, reminding him of his mistake and bringing him back on track. The name "Turmoil" indicates the feelings he had to deal with as soon as his conscience started to reason with hum.

The name Crispinrock is derived from Saint Crispin, the patron of shoemakers and tanners.

maandag 10 februari 2014

Moezel


De Moezel is in totaal 544 kilometer lang en stroomt door Frankrijk, Duitsland en Luxemburg. Hij ontspringt in de Vogezen, bij de Col de Bussang, en mondt bij Koblenz uit in de Rijn. Vanaf Wasserbillig tot aan het drielandenpunt bij Schengen vormt hij, over een lengte van 37,35 kilometer de natuurlijke grens tussen Luxemburg en Duitsland.

De naam komt oorspronkelijk van het Latijnse "Mosella", een verkleinwoord van "Mosa", die we tegenwoordig kennen als de Maas, die voor een deel parallel aan de Moezel stroomt.

De vroegste schriftelijke vermelding van de Moezel stamt uit de vierde eeuw. Tussen 371 en 375 wijdde de Romeinse dichter Decimus Magnus Ausonius een ode aan de rivier, die heel toepasselijk "Mosella" heet.

"Gruss dir, herrliche Mutter von Früchten und Männern, Mosella!
Ziert doch adliger Stamm dich und schlachtenerfaheren Jugend
Und die Beredsamkeit auch, nacheifernd der latischen Zunge;
Wohl auch gefälligen Sitten, miet heiterer Stirne das frohe
Wesen verlieh die Natur all denen, die nahe dir siedeln."

 


Moselle
The Moselle has a length of 544 kilometers and flows through France, Germany and Luxembourg. It's source is in the Vosges, near the Col de Bussang, and it's mouth is near Koblenz in the Rhine. From Wasserbillig to the tripoint near Schengen, a lenght of 37,35 kilometers, it is the border betweend Luxembourg and Germany.

The name comes from the Latin "Mosella", meaning "Little Mosa" - the river we know as Meuse, which partly flows parallel to the Moselle.

The earliest written documentation of the Moselle dates from the 4th century. Between 371 and 375 AD the Roman poet Decimus Magnus Ausonius wrote an ode to the river, simply called "Mosella".

"Gruss dir, herrliche Mutter von Früchten und Männern, Mosella!
Ziert doch adliger Stamm dich und schlachtenerfaheren Jugend
Und die Beredsamkeit auch, nacheifernd der latischen Zunge;
Wohl auch gefälligen Sitten, miet heiterer Stirne das frohe
Wesen verlieh die Natur all denen, die nahe dir siedeln."


zondag 9 februari 2014

Nationaal monument van de solidariteit


Er is nauwelijks een land te bedenken dat niet ergens een nationaal monument heeft ter herdenking van de slachtoffers tijdens de Tweede Wereldoorlog. Luxemburg heeft zelfs relatief veel plaatsen waar op de een of andere manier wordt herinnerd aan de ellende en het geweld van het naziregime. Zo is er het nationale monument van het verzet en de deportatie op het kerkhof Notre-Dâme in Luxemburg-stad, het monument van de algemene staking in Wiltz en het Shoah-monument in Cinqfontaines. Maar "het" nationale monument, waar ook elk jaar kransen worden gelegd tijdens de nationale dodenherdenking, staat sinds 1971 op de "Kanounenhiwwel" (Kanonnenheuvel) in de hoofdstad, met een prachtig uitzicht over de Petrusse-vallei. De eeuwige vlam herinnert niet alleen aan de slachtoffers van de oorlog, maar ook - en vooral - aan de solidariteit waarmee de Luxemburgse bevolking zich destijds heeft verzet tegen de Duitse bezetting. 


National monument of solidarity
There probably is no country without some kind of national monument to commemorate the victims of the Second World War. In fact, Luxembourg has several places where you can find a memorial for the suffering and the violence during the nazi regime. There is for instance the national monument for the resistance and the deportation at Notre-Dâme churchyard, the monument for the national strike in Wiltz and the Shoah-monument in Cinqfontaines. But the "real" national monument, where the annual ceremonies are taking place, was placed on the "Kanounenhiwwel" (Canon Hill) in the capital in 1971, offering a splendid view over the Petrusse-valley. The eternal flame not only commemorates the victims of the was, but also - and especially - the solidarity with which the Luxembourg population resisted the German occupation.

zaterdag 8 februari 2014

Drielandenpunt (1)


Als je zo'n klein landje bent als Luxemburg en bovendien nergens aan een zee ligt, heb je natuurlijk héél veel buurland. Vandaar dan ook dat Luxemburg maar liefst drie drielandenpunten telt.

In de zuidoostelijke punt van het land raken de grenzen van Luxemburg, Duitsland en Frankrijk elkaar. Dat punt ligt een paar kilometer ten zuiden van Schengen. Eigenlijk best grappig dat juist vlakbij de plek waar destijd werd afgesproken dat we uitgaan van een Europa zonder grenzen een groot bord precies aangeeft waar het ene land ophoudt en het andere begint.
De grens met Duitsland heeft geen bord nodig; dat is simpelweg de Moezel. Er zijn tal van bruggen in Luxemburg waar je méér dan alleen maar een rivier oversteekt...

Overigens is de symbolische grenzeloosheid van Europa bij Schengen wél aanwezig in de internationale wijnroute; een wandelweg door het rijke wijngebied van de Moezelstreek. Voor liefhebbers een absolute aanrader!



Tripoint (1)
When you are a tiny country like Luxembourg and don't have any seashores, you are bound to have a lot of neighbouring countries. So it isn't really surprising that Luxembourg has as many as three tripoints.

In the south-east corner of the country, the borders of Luxembourg, Germany and France meet. That tripoint is about a mile and a half south of Schengen. It is kind of funny that so close to the place where a "Europe without borders" was agreed, there is a big sign that indicates where one country ends and the next one begins.
De German border doesn't need a sign - it is indicated by the Mosella. There are a lot of bridges in Luxembourg where you cross more than just a river...

However, the symbolical "borderless Europe" is visible near Schengen in the international "route de vin"; a trail along the wineyards near the Moselle. Highly recommended for wine lovers!

vrijdag 7 februari 2014

Parc Tony Neumann



Tony Neumann werd op 20 juni 1902 als notariszoon geboren in Feulen. Na zijn rechtenstudie trad hij in de voetsporen van zijn vader en werkte hij als notaris voor ARBED, de grootste metaalproducent van Luxemburg, waar hij al snel bestuurslid werd. Ook was hij vice-voorzitter van het Rode Kruis. Hij was een groot liefhebber van kunst en van de natuur.

In 1947 verhuisde hij naar Luxemburg-stad, waar hij een groot landgoed had geërfd op de Limpertsberg. Met de hulp van zijn tuinman, Alphonse Hollman, legde hij daar een botanische tuin aan. Naast zo'n 600 soorten bomen en planten, is het landgoed gevuld met talrijke beelden, vijvers en wandelpaden. Door de grote variëteit aan gewassen en de waterpartijen word veel verschillende vogels, insecten en reptielen aangetrokken. Het is onder meer een van de grootste leefgebieden van hazelwormen en hagedissen in Luxemburg.

Na Neumanns dood, op 29 januari 1979 in Cap Ferrat (Frankrijk) werd het Rode Kruis eigenaar van de tuin, op voorwaarde dat die minstens 90 jaar lang geopend zou blijven voor publiek. Het is nu dan ook een van de stadsparken van Luxemburg-stad en wordt ook door de gemeente onderhouden.


Parc Tony Neumann
Tony Neumann was born on June 20, 1902, as the son of a notary. After his legal education he followed in the footsteps of his father and worked as a notary at ARBED, the largest steel producers of Luxembourg. After a few years he became a member of the board. He was also the vice-president of the Red Cross and a great lover of art and nature.

In 1947 he moved to Luxembourg-city, where he had inherited a large estate on Limpertsberg. Together with his gardener, Alphonse Hollman, he turned it into a botanic garden. Besiides about 600 species of trees and plants, the garden houses numerous statues, ponds and walking paths. Thanks to the great diversity in vegetation and pools, the garden attracts a great variety of birds, insects and reptiles. It is, for instance, one of the largest territories for slow worms and lizards in Luxembourg.

After Neumann's death, on January 29, 1979 in Cap Ferrat (France), the Red Cross inherited the garden, on the condition that it would be open to public for at least another 90 years. Nowadays it is one of the municipal parks of Luxembourg-city, maintaine by the city services.

donderdag 6 februari 2014

Richard D. Brookins


Dat er in Wiltz een gedenksteen is geplaatst voor de Amerikaanse soldaat Richard D. Brookins, komt niet doordat hij grote heldendaden heeft verricht of eervol is gesneuveld in een nobele strijd.

Als 22-jarige soldaat deed Brookins dienst in het 112e regiment van de 28e infanteriedivisie van de Pennsylvania National Guard (ook wel de "Keystone Division" genoemd), dat tijdens het Ardennenoffensief in 1944 zijn kampen had opgeslagen in Wiltz. Die stad was een van de centra van het Luxemburgse verzet en had zwaar geleden onder harde represailles van de Duitsers. Er was jarenlang gebrek aan alles geweest, en vooral het lot van de kinderen ging de Amerikanen aan het hart.
Een van de soldaten, korporaal Harry Stutz, wilde iets voor de kinderen doen. Hij stelde voor een sinterklaasmiddag te organiseren, met cadeautjes en lekkers. En hij haalde Richard Brookins over om als de goedheiligman het feest op te luisteren. En zo kwam, op 5 december 1944, voor het eerst na vijf jaar oorlog, Sint Nicolaas weer naar Wiltz - en nog wel een Amerikaanse Sint.

Maar daarmee is het verhaal nog niet afgelopen. In 1977, toen Wiltz zich opmaakte voor de viering van 30 jaar vrijheid en wederopbouw, wist een van de organisatoren Richard Brookins in Amerika op te sporen. Op de uitnodiging om in dat feestjaar opnieuw als Sinterklaas zijn opwachting te maken, ging hij maar al te graag in. En ook na die tijd is hij nog diverse keren in december met mijter en staf naar Wiltz gekomen. In 2009, op zijn 87e, trad Brookins voor het laatst op als goedheiligman.

 


Richard D. Brookins
The reason for this memorial in Wiltz for the American soldier Richard D. Brookins has nothing to do with some sort of heroic action or a honourful death in a noble war.

At 22, Brookins served in the 112th regiment of the 28th infantry division of the Pennsylvania National Guard (known as the Keystone Division), which had a recovering camp established in Wiltz during the Ardennen Offensive in 1944. That city had been a centre of resistance and had surfered brutal reprisals by the Germans. There had been a lack of almost anything for years, and the Americans were especially touched by the fate of the children.
One of the soldiers, corporal Harry Stutz, wanted to do the children a favour an suggested to give them a Sint Nicolas party, with gifts and candy. He persuaded Richard Brookins to appear at the party as the good saint. And thus it occurred that,  after five years of war and suffering on the afternoon of December 5th, 1944, Saint Nicolas returned to Wiltz.

But that is not the end of the story. In 1977, when Wiltz prepared the celebration of 30 years of liberation and rebuilding, a member of the organisation committee managed to track down Richard Brookins in the USA. And with great enthousiasm he accepted the invitation to play the part of Saint Nicolas once again in that festive year. And after that, he has visited Wiltz more than once with his bishop's miter and his staff. In the year 2009 he performed as St. Nick for the last time.

woensdag 5 februari 2014

De blannen Theis


Rond de persoon van "de blannen Theis" (de blinde Theis) bestaat volop verwarring. Er zijn mensen die geloven dat er nooit een blinde Theis heeft bestaan. En desondanks staat er een standbeeld van hem in Grevenmacher.

Volgens de overlevering werd Matthias Schau op 30 maart 1747 in deze plaats geboren. De blinde zanger en violist trok met zijn hond rond door Luxemburg om op kermissen, jaarmarkten en volksfeesten met zijn zelfgemaakte liederen in zijn levensonderhoud te voorzien. Hij stierf in Luxemburg-Eich op 18 oktober 1824.

Maar daarmee houdt het verhaal nog niet op. Want rond 1760 werd, ook in Grevenmacher, een zeker Matthias Gelhausen geboren, die precies hetzelfde deed als zijn naamgenoot. En er zijn dan ook heel wat mensen die denken dat híj "de blannen Theis" is geweest.

En om dat alles nog ingewikkelder te maken, had de tweede Matthias een familielid - Johann Gelhausen, 17.04.1811 - 25.11.1874) die ook blind was en als muzikant door het land reisde. Hij werd "de blannen Pully" genoemd.

Een beeld voor "wie van de drie" dus...


De blannen Theis
There is a lot of confusion about "de blannen Theis" (the blind Theis). Some people don't believe he ever existed. But then there is his statue in Grevenmacher.

According to tradition, Matthias Schau was born in this town on March 30, 1747. The blind singer and violinist travelled through Luxembourg with his dog, earning a living by singing his compositions at funfairs, festivals and parties. He died in Luxembourg-Eich on October 18, 1824.

But that is not the end of the story. Because around 1760 a certain Matthias Gelhausen was born in Grevenmacher as well. And he did exactly the same as the other Matthias. Many people believe he was the true "blannen Theis".

And to makes things even more complicated, a family member of the second Matthias - Johann Gelhausen, 17.04.1811 - 25.11-1874), was blind as well and travelled around as a singer and musician. He was called "de blannen Pully".

So actually this is a "guess-who-statue"...

dinsdag 4 februari 2014

Villa Louvigny



Midden in het stadspark van Luxemburg-stad staat Villa Louvigny. Tegenwoordig is hier het Ministerie van Gezondheid gevestigd, maar tot 1996 was het letterlijk een centrale plek in Europa. De villa - in 1871 gebouwd op de funderingen van het Fort Louvigny - werd in 1932 gehuurd en in 1936 gekocht door RTL.

In 1924 begonnen de broers François en Marcel Anen een radiozender in de Rue Beauomont in Luxemburg-stad. "Radio Luxembourg" werd in 1929 opgekocht door de Société luxembourgeoise d'études radiophoniques", dat vanaf 1932 de villa als hoofdkantoor en als studio gebruikte. In 1933 volgde de eerste radio-uitzending, in 1934 het eerste live verslag van de Tour de France en in 1954 werd RTL het eerste particuliere televisiestation in Europa.
Op 31 januari 1955 werd het eerste live televisieprogramma uitgezonden: een verslag van de militaire parade op de nationale feestdag.
De eerste uitzending in het Luxemburgs, "Hei Eilei, kuck elei" (Kom hier en kijk eens"), was jarenlang ook op de Nederlandse televisie te zien.

Twee keer werd het Eurovisie Songfestival in Villa Louvigny gehouden; in 1962 en in 1966.
In 1996 werd de villa verkocht en verhuisden hoofdkantoor en studio's naar een nieuw complex op Kirchberg.


Villa Louvigny
In the middle of the municipal park in Luxembourg-city you can find Villa Louvigny. Nowadays it is the home of the Ministry of Health Care, but until 1996 it was more or less the "centre of Europe". The villa - built in 1871 on the foundations of Fort Louvigny - was rented in 1932 and bought in 1936 by RTL.

In 1924 the brothers François and Marcel Anen started a radiostation in the Rue Beaumont in Luxembourg-City. In 1929 "Radio Luxembourg" was bougth by the "Société luxembourgeoise d'études radiophoniques", that used the villa as their head office and their studio. The first broadcast followed in 1933 en in 1934 a live report of the Tour de France was broadcasted for the first time. In 1954 RTL became the first private owned television station in Europe.
On january 21, 1955, the first live television show aired: a report of the military parade on the national celebration day.
The first show in Luxembourgish, "Hei Elei, Kuck Elei" ("Come over and look here" was broadcasted in The Netherlands for several years.

Villa Louvigny has hosted the Eurovision Song Contest twice, in 1962 and 1966.
In 1996 the villa was sold and the headquarters and studio's moved to a new building on Kirchberg.